De intellectuele vaardigheden zijn de basisvaardigheden van actief leren, begrip van informatie, verbale expressie, kritisch oordeel, organisatie van informatie, wiskundig redeneren en probleemoplossing. Ze stellen ons ook in staat om productierapporten te leveren, teksten te corrigeren, een voertuig te besturen om de voedseldistributie uit te voeren, de financiële balans van een bedrijf te maken of de aankoop van een product in een commerciële instelling te promoten, naast vele andere taken.
Vaardigheden zijn niet uniek voor één persoon of groep werknemers. Geen taak, geen beroepsprofiel. Elke vaardigheid kan aanwezig zijn in talloze beroepsactiviteiten die deze delen. Zoals bijvoorbeeld het vermogen om informatie te organiseren, hetzelfde geldt voor de archivaris, de secretaris, de bibliothecaris of de boodschapper, naast vele andere beroepen; terwijl het vermogen tot verbale expressie, de spreker, de verkoper, de commentator, evenals de manager die hun projecten presenteert in een werkvergadering.
Er zijn vier intellectuele vaardigheden beoordeeld:
- Ruimtelijke aanleg: geeft het vermogen aan waarmee een persoon zich mentaal de bewegingen van de figuren in de ruimte kan voorstellen (roteren, aanpassen…).
- Numerieke bekwaamheid: het is de bekwaamheid die tot uiting komt in de snelheid en veiligheid bij het hoofdrekenen, de beheersing van wiskundige concepten, het rekenkundig redeneren en het oplossen van numerieke problemen van het dagelijks leven.
- Abstract redeneren: verwijst naar het vermogen om logische of abstracte problemen op te lossen en logische reeksen te ontdekken en te volgen.
- Verbale aanleg: het is het vermogen om ideeën en concepten in woorden te begrijpen en ermee te redeneren. Het houdt ook verband met de rijkdom aan woordenschat.
De vier intellectuele vaardigheden kunnen als volgt worden gegroepeerd:
- Ruimtelijke aanleg en abstract redeneren vormen non-verbale intelligentie die het vermogen vertegenwoordigt om te redeneren met non-verbale inhoud, zonder culturele inhoud. Het weerspiegelt uw perceptuele, analytische en logische capaciteit.
- Verbale en numerieke vaardigheden bouwen verbale intelligentie op. De behaalde score kan het culturele of verworven intellectuele niveau aangeven, dat wil zeggen, fundamenteel hun vermogen om woorden en getallen te hanteren en te begrijpen. Het globale resultaat maakt het mogelijk om een evaluatie van de algemene intelligentie te verkrijgen, waarbij men als zodanig het huidige vermogen begrijpt om problemen van verschillende soorten op een agile manier op te lossen en taken uit te voeren die complexe mentale operaties vereisen.
Creatief denken (innovatieve ideeën hebben), analytisch denken (evalueren of die ideeën uitvoerbaar zijn en effectieve oplossingen voor problemen vinden) en praktisch denken (ideeën effectief toepassen) zijn in balans, en dit is wat dat je moet proberen de school les te geven, weet hoe en wanneer je ze allemaal moet gebruiken.