Menselijke waardigheid is de belangrijkste waarde van elke persoon, waaruit het basisprincipe en vooral alle anderen voortkomen: respect, een houding die laat zien dat de mens het verdient om tot het menselijk ras te behoren. Mensenrechten hangen nauw samen met de notie van menselijke waardigheid. Beide begrippen zijn zo met elkaar verbonden dat de een niet zonder de ander kan worden begrepen.
Het belang van mensenrechten en de vereiste om de rechten van iedereen te respecteren, is gebaseerd op de notie van menselijke waardigheid. In die zin wordt het beschouwd als de basis van mensenrechten. Verdedigers van mensenrechten en verschillende sociale bewegingen wenden zich tot menselijke waardigheid om hun claims en acties te rechtvaardigen.
De notie van menselijke waardigheid staat ook centraal in de katholieke theologie en de filosofie van Sint-Augustinus en Thomas van Aquino. Het komt vooral naar voren in de bespiegelingen en debatten over sociaal onrecht, in de debatten over slavernij en in de articulatie van de rechten van inheemse volkeren door de Dominicaanse school van Salamanca na de Spaanse kolonisatie in Latijns-Amerika. In deze contexten is de erkenning van de menselijke waardigheid van de 'ander' niet alleen de eerste stap, maar ook fundamenteel in het proces van morele en spirituele verandering waarin het onrecht van onderdrukking wordt erkend.
Ten slotte moet in de vorige eeuw, door zijn reflectie over de waardigheid van werk en de rechten van de armen, worden vermeld dat paus Leo XIII in zijn encycliek Rerum Novarum in 1891 de menselijke waardigheid naar voren brengt als een fundamenteel principe van de ontwikkeling van de moderne sociale leer van de Kerk. Later zal deze benadering worden ontwikkeld door opeenvolgende pausen in hun onderwijscorpus.
Buiten de kerkelijke context heeft de notie van mensenrechten ook een rol gespeeld in het morele discours, met name via de kantiaanse filosofische traditie. Volgens Kant berust waardigheid alleen in de mensheid voor zover ze in staat is moreel te zijn. Op juridisch gebied komt dit concept met name voor in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en in artikel 1 van de Duitse grondwet, ook opgesteld dat "menselijke waardigheid altijd onaantastbaar zal zijn". Alle overheidsinstanties hebben de plicht deze te respecteren en te beschermen.