Een koolhydraat of koolhydraat is een biologisch molecuul dat bestaat uit koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O) atomen, meestal met een verhouding van 2: 1 van waterstof tot zuurstofatomen (zoals in water). koolhydraten, waarvan de betekenis in de Griekse etymologie "zoet" is, zijn organische moleculen, ternaire stoffen, samengesteld uit koolstof, zuurstof (in kleine hoeveelheden) en waterstof.
In sommige derivaten is het ook mogelijk om fosfor, zwavel of stikstof te vinden. Ze worden koolhydraten genoemd omdat het wordt beschouwd als een afleiding van glucose. Ze worden ook wel koolhydraten genoemd.
Koolhydraten of koolhydraten vervullen tal van functies in levende organismen. Polysacchariden dienen voor energieopslag (bijv. Zetmeel en glycogeen) en als structurele componenten (bijv. Cellulose in planten en chitine in geleedpotigen). De 5-koolstof monosacharide ribose is een belangrijk onderdeel van co-enzymen (bijv. ATP, FAD en NAD) en de ruggengraat van het genetische molecuul dat bekend staat als RNA. Verwante deoxyribose is een onderdeel van DNA. Sacchariden en hun derivaten omvatten vele andere belangrijke biomoleculen die een spelen rol sleutel in het immuunsysteem, bemesting, pathogenese preventie, stolling van bloed en ontwikkeling.
In de voedingswetenschap en in veel informele contexten betekent de term koolhydraten vaak voedsel dat bijzonder rijk is aan complex koolhydraatzetmeel (zoals granen, brood en pasta) of enkelvoudige koolhydraten, zoals suiker (gevonden in voedsel). snoep, jam en desserts).
Koolhydraten of koolhydraten zijn te vinden in een grote verscheidenheid aan voedingsmiddelen. Belangrijke bronnen zijn granen (tarwe, maïs, rijst), aardappelen, suikerriet, fruit, tafelsuiker (sucrose), brood, melk, etc. Zetmeel en suiker zijn belangrijke koolhydraten in onze voeding. El almidón es abundante en papas, maíz, arroz y otros cereales. El azúcar aparece en nuestra dieta principalmente como sacarosa (azúcar de mesa) que se agrega a las bebidas y muchos alimentos preparados, como mermeladas, galletas y tortas. La glucosa y la fructosa se encuentran naturalmente en muchas frutas y algunas verduras. El glucógeno es un carbohidrato que se encuentra en el hígado y los músculos (como fuente animal). La celulosa en la pared celular de todo el tejido vegetal es un carbohidrato. Es importante en nuestra dieta como fibra que ayuda a mantener un sistema digestivo saludable.