De medische oorlogen waren een van de meest beruchte confrontaties uit de oudheid. Deze reeks confrontaties ontstaat tussen het Perzische rijk en het Griekse rijk. In totaal waren er twee medische oorlogen, de eerste vond plaats in het jaar 490 v.Chr. En die werd uitgevoerd door Darius I, de Perzische koning. De tweede was in 480 voor Christus onder leiding van Xerxes. Ook Perzische koning.
De twee invasies die Perzië aan de Griekse grondgebied waren zeer intens en dat ondanks het feit dat het rijk van de Perzen was in volle kracht, de algemene verdediging bewapend door de Grieken overtrof de slanke kans op succes van de Perzen, voor wat aan de dreiging kon ontsnappen.
De oorzaken die de ontwikkeling van dit conflict mogelijk maakten, waren:
- De hebzucht van de Perzen om andere gebieden te domineren.
- De wens van de Perzen om Griekenland te domineren.
- De confrontatie tussen de twee regeringssystemen: de heersende democratie in Griekenland, tegen de tirannie van de Perzen.
Het perfecte voorwendsel dat deze oorlog begon, was de opstand die ontstond in Klein-Azië, van de Griekse kolonie Milete in het bezit van de Perzen, die, gesteund door de Atheners, de stad Sardes met vuur verwoestten en tegelijkertijd, nodigde de andere Griekse koloniën die in het gebied waren gevestigd uit om onafhankelijk te worden van het juk van de Perzen.
Deze strijd tussen de Grieken en de Perzen had veel gevolgen op alle gebieden: na deze overwinningen voelden de Grieken zich sterk in hun burgerlijke en educatieve waarden en voelden ze nieuwe verwachtingen in hun economische en politieke horizon, en het Griekse leger kreeg een grote relevantie. Sparta was zich meer bewust van zijn eigen belangen en zodra de Perzische dreiging afnam, toonde het geen steun of interesse in de Griekse zaak, iets dat van hen werd verwacht.
De ideologische veranderingen hadden ook betrekking op het religieuze veld. Godheden zoals Dionysus en Pallas Athenae werden steeds belangrijker omdat ze de hulp kregen die ze kregen bij de overwinningen op de Perzen.
Op cultureel niveau zorgde de heropleving van het economische en politieke leven voor de bloei van cultuur en artistieke uitingen, overvloedig in perfectie in de verhoudingen van architectuur en beeldhouwkunst.