Opleiding

Wat is een natuurlijk getal? »De definitie en betekenis ervan

Anonim

Natuurlijke getallen zijn de cijfers die worden gebruikt voor de meest elementaire rekenbewerkingen, evenals voor het tellen van de elementen die bij een set horen. Evenzo kan het worden gedefinieerd als elk bestanddeel van de verzameling ℕ of ℕ = {1, 2, 3, 4,…}; Opgemerkt moet worden dat, afhankelijk van het wetenschappelijke gebied waarmee we werken, deze definitie al dan niet nul omvat, dat wil zeggen ℕ = {0, 1, 2, 3, 4,…}. Volgens uw organisatie is het nummer aan de rechterkant het volgende of opeenvolgende, terwijl het nummer aan de linkerkant het regressieve nummer is, hoewel dit vaker voorkomt wanneer ze op dezelfde manier worden geteld.

In de oude Grieks-Romeinse wereld werd de weergave van numerieke grootheden gedegradeerd tot het gebruik van de symbolen van het alfabet; later zouden nieuwe symbolen worden toegevoegd. Pas in de 19e eeuw begon de missie om te ontdekken of natuurlijke getallen echt bestonden; was Richard Dedekind de man die verantwoordelijk was voor het ontwikkelen van een aantal theorieën om het bestaan ​​van het geheel te bewijzen. Dit zorgde ervoor dat verschillende intellectuelen en wiskundigen van die tijd, zoals Giuseppe Peano, Friedrich Ludwig Gottlob Frege en Ernst Zermelo, uiteindelijk de set binnen de wetenschap vestigden en hen een reeks kenmerken toekende.

Dit soort getallen wordt normaal gesproken gebruikt om de componenten van een set elementen te tellen; dit, wetende dat deze set een verzameling objecten is, zoals routes, cijfers, letters, cijfers of mensen, die op zichzelf als een object kunnen worden beschouwd. Deze worden geïdentificeerd met bepaalde letters, meestal op basis van de naamzij ontvangen. De natuurlijke getallen hebben eveneens een reeks eigenschappen, zoals: het is een volledig en goed geordende verzameling, vanwege de opvolgingsrelatie; de grootheden die overeenkomen met q en r worden altijd bepaald door a en b. Hieraan toegevoegd, hebben we dat elk getal groter dan 1 achter een ander natuurlijk getal moet gaan; dat er tussen twee natuurlijke getallen een eindige hoeveelheid bestaat en dat er altijd een getal zal zijn dat groter is dan een ander, of, omdat het hetzelfde is, het oneindig is.