Het institutionele onderwijsproject heeft een fundamenteel instrument genaamd "Het institutionele curriculaire project" (PCI), als een voorstel voor onderwijs, speciaal gemaakt voor studenten en goedgekeurd door alle betrokken actoren. Ze moeten zich verantwoordelijk voelen om de gestelde doelen te bereiken. Deze PCI moet onderhevig zijn aan veranderingen en discussies die democratische interventie garanderen, bij de uitwerking van de te onderwijzen inhoud en de weg vooruit volgens de ideologie van de instelling.
De pedagogische autonomie van scholen vereist dat elk van hen, met inachtneming van de algemene richtlijnen die de staat inzake de inhoud van het onderwijs oplegt, zijn eigen kenmerken kan opleggen die passen bij de kenmerken van zijn inschrijving.
Het Institutional Curricular Project is opgevat als "de reeks beslissingen die zijn geformuleerd en gedeeld door het team van docenten van een onderwijscentrum, die de neiging hebben om meer samenhang te geven aan hun prestaties", waarbij het ontwerp van de jurisdictiecurricula wordt gespecificeerd in globale didactische interventievoorstellen, passend bij hun specifieke context. Het Institutional Curriculum Project bestaat uit het systematisch genereren en in de praktijk contrasteren van een reeks educatieve opvattingen, intenties en strategieën.
Het institutionele curriculaire project is een instrument dat helpt reflecteren op de onderwijspraktijk. Het vormt de bevoorrechte ruimte om een educatieve reactie te plannen die is aangepast aan diversiteit en is een belangrijk voorstel voor de verbetering van de onderwijskwaliteit.
Alle institutionele curriculaire projecten moeten de volgende kenmerken hebben:
- De inhoud moet op alle scholen hetzelfde zijn, omdat een leerling anders nooit van school kan wisselen.
- De traditionele planning wordt jaarlijks opgesteld door het managementteam, waarbij het plan op een logische, gesloten en statische manier wordt opgesteld.
Het proces voor de uitwerking van het instellingscurriculumproject moet het volgende omvatten:
- Geef prioriteit aan pedagogische problemen.
- Ontwerp een poster met waarden en attitudes.
Formuleer de strategische doelstellingen van het institutionele curriculumproject.
- Formuleer een studieplan.
- Karakterisering en prioritering van de onderwijsvraag, dat wil zeggen het bepalen van leerbehoeften en transversale vraagstukken.
- Ontwikkeling van gediversifieerd curriculum ontwerpen van ruimtes en graden.
- Formuleer de methodologische, evaluatie- en begeleidingsrichtlijnen.