We zeggen dat een persoon ineengedoken zit wanneer hij verborgen of verborgen blijft met de bedoeling iemand te verrassen. De gehurkte persoon bevindt zich natuurlijk in deze situatie omdat hij wil voorkomen dat iemand hem ziet of probeert een criminele actie te ondernemen, bijvoorbeeld een overval of een aanranding.
Deze term betekent verrassingsfactor. In de dierenwereld zoeken roofdieren hun prooi om te voeden en hiervoor moeten ze een effectieve strategie implementeren. Het roofdier valt zijn prooi niet rechtstreeks aan, maar verbergt zich eerder adequaat, dat wil zeggen, het blijft half verborgen en gehurkt totdat het de ideale gelegenheid vindt om de laatste aanval uit te voeren. Gebruik de verrassingsfactor.
Deze strategie wordt uitgevoerd door de tussenkomst van instinct, het is het natuurlijke mechanisme dat het voortbestaan van een soort mogelijk maakt. Vanuit gedragsoogpunt blijven dieren op verschillende manieren in elkaar gehurkt: door de camouflage van hun lichaam, ' s nachts verborgen om niet door hun prooi te worden gezien, of door de natuurlijke omgeving na te bootsen. We zouden kunnen zeggen dat de verschillende manieren van hurken bij dieren ervoor zorgen dat ze hun prooi op het juiste moment kunnen verrassen.
Mensen hebben instincten, maar ze zijn minder doorslaggevend dan die van dieren. Daarom hebben we een overlevingsinstinct zoals elk ander levend wezen, maar we kunnen tegen dit instinct ingaan als gevolg van onze persoonlijke overtuigingen.
Mensen handelen effectief dankzij onze intelligentie en niet door tussenkomst van instincten. Ondanks de verschillen tussen mens en dier grijpen we ook naar de verrassingsfactor in situaties waar enig gevaar bestaat. Als een dief wil dat je niet gepakt wordt, moet hij zich op de een of andere manier camoufleren, want het is gevaarlijk voor anderen om hem te zien. In zijn strategie kruipt de dief ergens ineen en verstopt zich, net als dieren, totdat het tijd is om zijn criminele actie uit te voeren.
Binnen het gebied van cultuur, vinden we verschillende werken die de term gebruiken in hun titels. Dit is bijvoorbeeld het geval in het boek "Een man gehurkt" van OC Tavin, of de roman "Het wilde paard gehurkt onder de kachel". Dit laatste boek is een werk van de auteur Christoph Hein.