Deze term komt van het Griekse "onwetendheid" en houdt verband met de belemmering die een persoon heeft om zich de aangeleerde stimuli te kunnen herinneren, dit is te wijten aan enige hersenschade en niet aan taal- of waarnemingsstoornissen. Er zijn verschillende soorten agnosie waarvan elk specifiek is voor een sensorische geleider en de andere sensorische vormen niet schaadt. De agnosie kan ook problemen veroorzaken bij het leren van nieuwe sensorische prikkels uit de beschadigde buis. De agnostische persoon kan visuele, tactiele en auditieve kenmerken herkennen, maar herkent ze later niet als zodanig.
- Visuele agnosie: dit type agnosie komt het meest voor en wordt gekenmerkt door het feit dat patiënten de objecten die visueel aan hen worden getoond niet kunnen onthouden, ze kunnen bijvoorbeeld een tafel zien en deze beschrijven als een tafel met vier stokjes, maar niet ze weten de naam te onthouden.
De hersenen van de persoon kunnen niet herkennen of vertalen wat hun ogen zien:
- Tactiele agnosie: de patiënt kan de naam van een object niet onthouden door aanraking, zelfs zonder enige sensorisch-perceptuele stoornis te vertonen.
- Auditieve agnosie: in dit geval kan de patiënt de normale taal van geluiden niet verstaan of herkennen.
- Motorische agnosie: dit soort agnosie maakt het voor de patiënt onmogelijk om motorische patronen te herkennen.
- Lichaamsagnosie: in dit geval kan de persoon zijn eigen lichaam niet volledig, lateraal of gedeeltelijk herkennen of beschrijven. De specialist die belast is met het evalueren van deze klasse van cognitieve gebreken is de neuroloog.