Agrícola is een bijvoeglijk naamwoord dat zijn oorsprong vindt in het Latijnse "agricŏla" en als volgt is opgesplitst; "Ager" (teeltgebied), plus het werkwoord "colere" (verwijzend naar cultivatie) en tenslotte heeft het een achtervoegsel "a" dat aangeeft (de agent die iets doet). Deze term wordt gebruikt om te verwijzen naar alle activiteiten die verband houden met de activiteit van het bewerken van het land, het verkrijgen van voedsel en het verdelen ervan. Landbouw is lange tijd een belangrijke activiteit geweest in de ontwikkeling van beschavingen en was ook een daad van overleven die het individu al miljoenen jaren heeft aangenomen.
In het midden van de 18e eeuw vindt de landbouwrevolutie plaats in "Groot-Brittannië", waar voor het eerst machines werden geïmplementeerd die het oogst- en plantproces hielpen versnellen. Dankzij deze revolutie zijn er nieuwe technologische uitvindingen ontstaan die vandaag worden geïmplementeerd in het landbouwproces.
De machines bij dit soort activiteiten worden in de landbouw gebruikt om het proces te versnellen en teelttechnieken te verbeteren; Tot de meest gebruikte machines behoren de tractor, rototiller en de maaidorser. Naast deze machines zijn er landbouwwerktuigen (apparaten die zijn ontworpen om voren in de aarde te openen, de grond te ontsmetten en te bemesten) en gereedschappen (instrumenten voor het bewerken, wieden, verwijderen, transporteren, enz.).
Soms wordt de term landbouwsector verward met de agrarische sector, en de eerste is alles wat met landbouw te maken heeft tot de werktuigen, machines en producten van plantaardige oorsprong die door teelt worden verkregen. De tweede term omvat de onderdelen van de landbouwsector, omdat het de economische activiteiten van het veld en het vee omvat.