De oorsprong van deze term is niet erg duidelijk, sommigen denken dat het uit het Arabisch komt, en anderen dat het uit het Grieks komt, de waarheid dat alchemie als het ware een soort wetenschap is, gewijd aan het onderzoeken en zoeken naar een soort drankje genezend elixer en de ontdekking van de steen der wijzen.
Dit soort wetenschap ontwikkelde zich in de Middeleeuwen en probeerde scheikunde, geneeskunde, astrologie en spiritualiteit te combineren. Het belangrijkste doel van alchemie was om metalen in goud te kunnen veranderen en om het eeuwige leven te bereiken. Het uitoefenen van deze speciale kennis was belangrijk voor de ontwikkeling van de chemie.
Voor de alchemisten was het essentieel om de verblijfplaats te vinden van de steen van de filosoof die volgens hun overtuigingen in staat was om lood in goud te veranderen dat het bereiken van perfecte materie vertegenwoordigde. Ze waren zo zeker van hun theorie dat ze hun tijd besteedden aan het analyseren van de mogelijke transformaties van het metaal door verhitting en verfijning met enkele chemische processen.
Alchemisten brachten hun tijd door met het bereiden van drankjes die de vier elementen van de natuur integreerden: water, vuur, aarde en lucht, die werden voorgesteld door kwik, zout en zwavel en die moesten worden verfijnd door de werking van vuur.
Veel van deze alchemisten werden gebrandmerkt als fonetisch en leugenaars, maar het valt niet te ontkennen dat dankzij hun onderzoek belangrijke ontdekkingen werden gedaan, zoals de oorsprong van alcohol en minerale zuren, waardoor de ontwikkeling van farmacologie mogelijk werd.