In elektriciteit wordt spanning gedefinieerd als de spanning waarmee elektriciteit van het ene lichaam naar het andere gaat. Wanneer deze spanning groter is dan 650 volt, wordt er gezegd dat er een hoge spanning is. Hoogspanning wordt gebruikt bij de distributie en overdracht van elektrische energie, in technische toevoer en in wetenschappelijke studies.
Om energie over lange afstanden over te dragen, verliezen te verminderen en het getransporteerde vermogen te vergroten, is het noodzakelijk om de transportspanning te verhogen. De spanning in de transmissiecircuits kan variëren van 69 KV tot 750 KV. Een stijging van hetzelfde zou een afname betekenen van de energie die door de lijn circuleert, om dezelfde intensiteit over te brengen, waardoor verliezen worden veroorzaakt door verwarming van de geleiders, aangezien hoe hoger de spanning, hoe lager de intensiteit, wat een klein energieverlies zou veroorzaken.
Het feit dat deze hoogspanningslijnen schadelijk zijn voor het milieu en de mensen die er in de buurt wonen, staat ter discussie, omdat men denkt dat de straling die ze uitstralen de gezondheid aantast. Aan de andere kant wordt er gezegd dat elektromagnetische vervuiling economische besparingen mogelijk maakt voor bedrijven of organisaties die verantwoordelijk zijn voor de distributie van elektriciteit, door energie om te zetten naar een hoge spanning.
Hoogspanningslijnen worden geclassificeerd als:
Derde categorie: spanning groter dan 1.000 en gelijk aan of kleiner dan 30.000 volt. Het belangrijkste hulpprogramma is voor opwekking en distributie.
Tweede categorie: groter dan 30.000 en gelijk aan of kleiner dan 66.000 volt. Het wordt gebruikt voor transport.
Topklasse: meer dan 66.000 en minder dan 220.000 volt. Het wordt gebruikt om lange afstanden te vervoeren.