Wat is filosofische antropologie? »De definitie en betekenis ervan

Anonim

Filosofische antropologie is een specialiteit die behoort tot de filosofie, die de leiding heeft over de filosofische studie van de mens, in het bijzonder van zijn oorsprong of aard; om het doel van zijn bestaan ​​te bepalen, evenals de relatie met andere wezens. In wijsgerige antropologie, de mens is subject en object op hetzelfde moment.

De onderwerpen die de filosofische antropologie in het algemeen bestudeert, houden verband met de waarde van vrijheid en haar grenzen, evenals met het spirituele deel van de mens, zijn natuur, die de mens opvat als een wezen dat verschilt van alle wezens in het universum.

Enkele van de vragen die binnen de filosofische antropologie opkomen zijn: Wat is de mens? Waar komt het vandaan? Waar gaat het heen? Wat is de dood? Het object van studie komt voort uit de wens om meer te weten over het bestaan ​​van de mens en de behoefte om in zichzelf te duiken.

De basis van zijn aanpak bestaat uit het toepassen van de leerstellingen van de natuurwetenschappen (biologie, ethologie, zoölogie, enz.) En de menswetenschappen, om de inherente kenmerken van de menselijke soort en zijn specifieke positie in de wereld en de natuurlijke omgeving te bepalen..

Deze wetenschap probeert de eigenschappen van de mens te onderscheiden op basis van het materiële, biologische, economische, sociale, culturele, enz.

Deze wetenschap kan echter de reden zijn voor het ontstaan ​​van verschillende problemen die verband houden met de mens; omdat hij een existentiële crisis doormaakt, vanwege het gebrek aan identiteit veroorzaakt door onverschilligheid en gebrek aan liefde voor anderen. Dit is de reden waarom de noodzaak om na te denken over de ware betekenis van een man zijn; en dit moet worden gedaan vanuit het verlies van het eenzame en individuele zelf; en begin de persoon als een lid van een groep te beschouwen. Vandaar het belang van coëxistentie in de samenleving.

De belangrijkste exponenten van deze discipline waren:

Max Scheler (1874-1928), grote Duitse filosoof; als een van de eersten die erop wees hoe gevaarlijk de komst van het nazisme voor Duitsland was.

Helmuth Plessner (1892-1985), Duitse filosoof en socioloog; beschouwd als een van de grondleggers van de filosofische antropologie. Zijn denken ligt niet alleen in de filosofie, maar ook in biologie en zoölogie. Zijn werk bestrijkt een zeer breed veld, aangezien het varieert van de theoretische basis van het concept van het menselijk leven tot een filosofische reflectie over de manieren waarop deze historisch en politiek tot uitdrukking komen.

Arnold Gehlen (1904-1976) Duitse filosoof en socioloog, lid van de nazi-partij; zijn theorieën diende als een bron van inspiratie voor de ontwikkeling van de hedendaagse Duitse neo - conservatisme.