Wat is aristocratie? »De definitie en betekenis ervan

Anonim

De aristocratie was die politiek-sociale positie die in de afgelopen eeuwen de boventoon voerde, toen regeringen en samenlevingen werden bestuurd door systemen die waren gebaseerd op beperkte bevelvoering onder mensen die in weelde leefden. De term is afgeleid van het Griekse " Aristos " wat " De beste " betekent en " Kratos ", verwijzend naar " Regering ". Daarom hebben de aristocratie en de autocratie gelijkenis, in de zin van disharmonie met de mensen bij het beslissen voor de heersers. In deze gevallen was het waardevol om tot de koninklijke familie te behoren, een hoge rang te hebben of gewoon de eigenaar van land en fortuinen te zijn.

Dit gedrag komt natuurlijk uit Europa, dat in de koloniale tijd de aristocratie zich over de hele wereld uitbreidde en organismen, rijken en afhankelijkheden daarvan creëerde die op hun beurt regeringen werden. Er waren gevallen waarin aristocratie ook tussen de filosofen en de bestudeerden werd genoemd. De aristocratie gaf belang, gaf prestige en positie onder de samenleving die leefde in de centra van voorouders. Uit deze ketens van mensen die een aristocratische investituur plaatsten, werden geslachten, erfenissen en statuten gegenereerd die de volkeren dwongen hun autocratische plannen te volgen.

De aristocratie marginaliseerde de armen en creëerde destijds een krachtige verdeeldheid in de samenleving. Toen de democratie haar hoogtepunt begon te bereiken in de verschillende aristocratische territoria, werd deze kloof verkleind, waardoor de natuurlijke staten van de mens werden verenigd om een ​​einde te maken aan het classisme dat typisch is voor de aristocratie.

De aristocratie was een van de belangrijkste sociale groepen in de geschiedenis, ondanks de misstanden die werden gepleegd in naam van een kroon of een rijk. De belangrijkste kenmerken waren toegang tot politieke en economische macht, culturele kennis en kennis, de productiemiddelen en besluitvorming. De aristocratie bestond altijd uit een klein aantal individuen in de totale gemeenschap als geheel, individuen die grote invloed uitoefenden op regeringen (als ze er geen deel van uitmaakten) en die tot de rijkste en rijkste behoorden.