Het is een van de meest gebruikte polysemische termen. De meest gebruikte context is die van het proces waar een wezen doorheen gaat, waar hij toegewijd is om na te denken over een gebeurtenis waarin een gebeurtenis hem schokte en hij het niet kan begrijpen. Het is op verschillende gebieden gebruikt, waaronder biologie, taal en genetica, waarin het is geëvolueerd en aangepast. Binnen de biologie heeft de term betrekking op de productie van nieuwe cellen die als complex worden beschouwd, door het gebruik van andere met eenvoudige structuren.
Voedselassimilatie is op zijn beurt de stap waarin eiwitten, koolhydraten en componenten met voedingswaarden van voedsel worden omgezet in lichte stoffen die door het lichaam worden opgenomen. In de genetica komt het voor wanneer een genotype een reactie genereert op een milieu-entiteit, onafhankelijk, om te beschermen tegen mogelijke schade. Op cultureel niveau krijgt het woord een betekenis die dicteert: de integratie van een volk met beperkte dimensies tot een ander met een grotere dominantie kan zijn macht verliezen door een ander aan te nemen dat meer exponenten heeft dan het zijne.
In de taal vindt fonetische assimilatie plaats wanneer de uitspraak van een term evolueert, dat wil zeggen, het wordt vereenvoudigd, waardoor de uitspraak veel gemakkelijker wordt, naast het aanpassen aan de context. Ze kunnen worden gegeven door twee situaties: het woord kan veranderen als gevolg van de invloed van de term ervoor, waardoor het progressief is, en als het woord erna het dwingt om te veranderen, wordt het een regressieve naamval; er zijn ook de omstandigheden waarin ze kunnen voorkomen, zoals nabijheid en nabijheid. Ze worden ingedeeld in 4 typen, volgens de positie van het woord dat de context en de toestand verandert: regressief door nabijheid, progressief door nabijheid, regressief door nabijheid en progressief door nabijheid.