Een bal is een bal die veel wordt gebruikt in verschillende sportdisciplines en in kinderspelen. Het wordt opgeblazen met lucht, dus het is meestal lichter dan andere ballen en kan gemakkelijk worden gehanteerd. Bij sporten als voetbal, basketbal en voetbal zijn de ballonnen het belangrijkste instrument om te oefenen.
De ballen hebben verschillende vormen, elke vorm is afhankelijk van de sport die wordt beoefend, sommige zijn rond (voetbal, volleybal, basketbal) en andere kunnen ovaal zijn (Amerikaans voetbal, rugby). Over het algemeen heeft een bal het vermogen om in de lucht te stuiteren en te draaien, vanwege de lucht die hij bevat, zo erg dat als een bal volledig is opgeblazen, hij veel meer kracht zal hebben dan wanneer hij leeggelopen was, en daarom kan hij bereiken grotere hoogte.
De manier van spelen met de bal is zeer gevarieerd, aangezien het afhankelijk is van de sport die je doet, bijvoorbeeld bij volleybal is het doel niet de bal het veld zelf te laten raken, het idee is dat hij het tegenoverliggende veld raakt. Bij basketbal is het alleen geldig om de handen te gebruiken om de bal te manipuleren, terwijl bij voetbal de bal alleen kan worden aangeraakt door de voeten of het hoofd van de speler.
De bal vindt zijn oorsprong in de Chinese beschaving in de 9e eeuw voor Christus, aanvankelijk waren ze gevuld met draden. De creatie is te danken aan een Chinese keizer genaamd Fu-Hi, die na het samenpersen van verschillende wortels een bolvormige massa maakte, die hij later bedekte met ongelooide huid. Het eerste gebruik dat aan deze rudimentaire bal werd gegeven, was als een recreatie, die bestond uit het doorgeven van de bal van hand tot hand. Met het verstrijken van de tijd begonnen de nieuwe beschavingen andere materialen zoals rubber en latex te gebruiken voor hun vervaardiging, waardoor de bal stuiterde.