We definiëren tweetalig als iemand die twee talen spreekt, dat wil zeggen: hij spreekt, leest en schrijft de twee talen in kwestie perfect. Over het algemeen is een van deze talen uw taal van oorsprong en de andere verwerft deze dankzij de studie ervan.
En aan de andere kant, als een tekst, een document, in twee talen is geschreven, wordt gezegd dat het ook tweetalig is.
Tweetaligheid (het vermogen van een persoon om twee talen door elkaar te gebruiken) kan moedertaal zijn of verworven zijn. Als een kind de zoon is van Mexicanen, maar is geboren en getogen in de Verenigde Staten, is het waarschijnlijk dat hij of zij tweetalig is als moedertaal, aangezien hij of zij thuis Spaans zal spreken, zowel op school als in het algemene leven. beroep doen op Engels.
Aan de andere kant, als iemand is geboren en zijn hele leven in Chili woont, maar Duits studeert vanaf de leeftijd van vijf jaar, zal hij deze tweede taal perfect beheersen als hij een bepaalde leeftijd bereikt, naast zijn moedertaal Spaans. Het zal dus een geval zijn van verworven tweetaligheid.
Het begrip tweetalig wordt daarom geassocieerd met een perfecte beheersing van twee talen die het individu op een onduidelijke manier kan gebruiken (dat wil zeggen, hij kan zichzelf zonder problemen in beide talen uitdrukken). Een proefpersoon die naast zijn moedertaal kennis heeft van een andere taal, zal niet tweetalig zijn, aangezien hij zich niet vloeiend kan uitdrukken.
In landen als Spanje heeft tweetaligheid de laatste jaren een bijzondere betekenis gekregen. Een mooi voorbeeld hiervan is dat we op steeds meer scholen, zowel scholen als instellingen, naar een daarop gebaseerde opleiding gaan. Daarom worden veel van de lessen door leraren in het Engels gegeven, zodat studenten vanaf jonge leeftijd vloeiend de taal spreken die als de universele taal wordt beschouwd: Engels.
In het bijzonder hebben de verschillende overheidsinstellingen zich gecommitteerd aan dit soort onderwijs, gebaseerd op de Spaanse en Angelsaksische talen, omdat men van mening is dat het aanzienlijke voordelen voor kinderen en jongeren met zich meebrengt.
Een taal wordt gedefinieerd door een reeks geluiden of als een code die dient om te communiceren en onze eerste link naar de wereld vertegenwoordigt. De pasgeborene die huilt en huilt als hij ter wereld komt, doet dat om zichzelf te uiten en aandacht te trekken. De woorden, de syntaxis, de grammatica, alles wat daarna komt en draagt bij aan de opbouw van ons mentale universum dat helpt om de manier waarop we de wereld waarnemen te structureren. Een tweetalig kan twee taalreferentiesystemen gebruiken om een gevoel te beschrijven of een idee uit te drukken. Lange tijd werd gedacht dat dit tot verwarring zou kunnen leiden, vooral bij jongere kinderen.
Na 1962, dankzij een studie van Pearl en Lambert naar de relatie tussen tweetaligheid en intelligentie, veranderde de wetenschappelijke trend van koers. In de afgelopen decennia hebben verschillende studies het bestaan aangetoond van een 'metalinguïstisch bewustzijn', dat wil zeggen, een overheersende houding onder tweetaligen om cognitieve raadsels op te lossen zonder door taal te hoeven gaan: alsof een tweetalige, geconfronteerd met een wiskundige vergelijking, meer had vermogen om dat op te lossen.