Wetenschap

Wat is biotoop? »De definitie en betekenis ervan

Anonim

Zoals de term aangeeft, betekent biotoop plaats waar leven zich ontwikkelt, want bio betekent leven en topos dat vertaald wordt als plaats. Met andere woorden, biotopen zijn plaatsen waar een vorm van leven ontstaat. In die zin is het idee van biotoop gelijk aan het concept van habitat.

De studie van biotopen maakt deel uit van ecologie. Ecologie is een discipline die deel uitmaakt van de biologie en zich richt op de studie van ecosystemen, waarbij ecosystemen worden begrepen als de relaties tussen levende wezens en hun natuurlijke omgeving. In ecosystemen zijn er twee hoofdcomponenten: de biocenose en de biotoop. Voor het eerste begrijpen we de fysieke omgeving en zijn kenmerken (vooral het klimaat, het terreinreliëf of de eigenschappen van de bodem).

Met biocenose verwijzen we naar de verzameling levende wezens die deel uitmaken van een ecosysteem. Dit impliceert dat het concept biotoop verwijst naar een geografisch gebied en dat biocenose verwijst naar levende wezens die deel uitmaken van een biotoop en de relaties die ze met elkaar hebben.

Het verband tussen biocenose en de biotoop is duidelijk, aangezien een levend organisme zijn bronnen uit de omgeving haalt.

De strijd om te overleven speelt zich af op een bepaalde plek, de biotoop.

Levende wezens die op elkaar inwerken om te overleven, zijn verwant in een biotoop of habitat. De biotoop is het abiotische (levenloze) deel van een ecosysteem.

De biotoop heeft drie dimensies: de omgeving, het substraat en omgevingsfactoren

  • Het milieu is wat organismen omringt en er zijn drie media: land, water of lucht.
  • Het substraat is het element waarop wezens leven, bijvoorbeeld een rots, water, het lichaam van andere levende wezens of zand.
  • Omgevingsfactoren (ook wel abiotische factoren genoemd) verwijzen naar de fysisch-chemische kenmerken van de omgeving (atmosferische druk, vochtigheidsgraad, zoutgehalte van de bodem, lichturen of temperatuur).

Omgevingsfactoren hebben de bijzonderheid dat ze tolerantiegrenzen presenteren, dat wil zeggen, marges voor elk van de omgevingscondities (buiten de marges is het leven van de meeste soorten niet mogelijk).