Struma is een woord uit het middeleeuwse Latijnse "bocĭa" of "bocius" wat "tumor" betekent, dit komt van de Franse stem "bosse" die wordt beschreven als "bult" of "bult". Onder struma wordt verstaan de toename of toename in grootte, die in de meeste gevallen zichtbaar is, van de schildklier, waardoor een uitstulping in de nek ontstaat; dat wil zeggen, het kan worden beschreven als een uitwendige massa in het onderste voorste deel van de nek, met name onder het strottenhoofd. Deze ontsteking treft vooral vrouwen en de frequentie neemt toe met de leeftijd. struma is een veel voorkomende aandoening die wereldwijd ongeveer 800 miljoen mensen treft.
Er kunnen verschillende afwijkingen zijn die het uiterlijk van struma beïnvloeden. Oorzaken kunnen variëren van een tekort of gebrek aan jodium, een verplicht element van schildklierhormonen; aan de andere kant kan het ook gebeuren dat de synthese van schildklierhormonen defect of abnormaal is. Een andere reeks ziekten van het schildkliertype kan ook struma veroorzaken, maar het moet worden opgemerkt dat ze minder vaak voorkomen, zoals de thyroïditis van Hashimoto, de ziekte van Basedow en andere thyroïditis.
De soorten struma kunnen morfologisch gezien divers zijn, waaronder diffuus, niet-modulair of multinodulair struma; differentiërend naar grootte, als volgt verdeeld: staat 1, het is detecteerbaar bij palpatie. Stadium 2, het struma is voelbaar en zichtbaar met de nek in hyperextensie. Staat 3, het is zichtbaar met de nek in een normale positie. Staat 4, de ontsteking is van een afstand zichtbaar.