Het woord bourgeoisie komt van het Germaanse "baurgs", wat "kracht" betekent; Anderen stellen echter dat het afkomstig is van de Franse "bourgeoisie". Deze term heeft volgens verschillende bronnen twee belangrijke betekenissen, een ervan wordt gebruikt om de sociale klasse te beschrijven die bestaat uit die economisch welvarende mensen die een aantal eigendommen of een bepaald kapitaal hebben. Bourgeoisie is een woord dat veel wordt gebruikt in de politiek-economische context, maar het heeft ook zijn connotaties in de filosofie, sociologie en geschiedenis.
Deze mensen die worden geclassificeerd als 'de bourgeoisie' behoren tot twee soorten sociale klassen, namelijk: de hogere sociale klasse, bestaande uit mensen met een hoog economisch niveau die zichzelf onderhouden vanuit hun eigen professionele of zakelijke zaken, zoals bankiers, senior leidinggevenden, aandeelhouders van grote bedrijven, onder anderen. Van zijn kant is er de kleine sociale klasse die is opgebouwd door individuen met een goede economische situatie, maar niet zozeer als de hogere klasse, waaronder eigenaren van familiebedrijven en mensen die van zeer goede banen genieten.
De andere mogelijke opvatting van de bourgeoisie ligt in de tijd van de middeleeuwen en verwijst naar de sociale klasse die voornamelijk bestond uit vrije ambachtslieden, kooplieden en degenen die niet onderworpen waren aan de feodale heren. En het was specifiek voor deze tijd in Europa dat de bourgeoisie ontstond, die haar deze naam gaf omdat ze in de stadsdelen woonden, namen van steden die werden beschermd door grote muren en ver weg waren.
Volgens wat wordt verklaard door de Duitse filosoof en communistische militant Karl Marx, is de bourgeoisie een sociale klasse van het kapitalistische regime, waar degenen die het samenstellen de leiding moeten hebben over de productie, tot hun eigen bedrijf behoren en hun situatie ertegen moet zijn. die van de arbeidersklasse.