Het staat bekend als het sjiisme, de moslimse sekte die wordt gekenmerkt door de volgelingen van Ali, die een familielid is, zoals schoonzoon en neef van de eerste profeet Mohammed. Deze worden geïdentificeerd als de verdedigers van de directe bloedlijn (van Ali) in de toegang tot het oude kalifaat. Sinds de tijd van het grote schisma, dat om redenen van politieke en religieuze opvolging de leiding had over de verdeling van de islam aan het einde van de 7e eeuw, ontwikkelden de sjiieten een meer uitgebreide, mystieke en religieuze manier om de koran te interpreteren dan die van het sunnisme, bovendien ligt de interpretatie dichter bij die van het soefisme. Ze hebben op hun beurt een systeem dat verantwoordelijk is voor het coördineren van de religieuze en politieke richting, van sommige overtuigingenen enkele speciale rituele praktijken (die vooral betrekking hebben op de cultus van de doden), totaal verschillend van de islam.
Het geloof in het sjiisme begint toen Ali, (Mohammeds neef en schoonzoon), op tragische wijze werd vermoord in 661; zijn opvolger was zijn eerstgeboren zoon Hasan, die de leiding had over het aftreden ten gunste van Muawiya, op voorwaarde dat het kalifaat na zijn dood weer bij de familie Ali zou komen. Maar dit werd niet vervuld, in plaats daarvan stierf Muawiya in het jaar 679, enige tijd nadat Ali's zoon (Hasan) en degene die de troon besteeg zijn zoon (Al-Husayn ibn Ali) was, in plaats van Hasan's broer. zoals overeengekomen. Na dat moment werden de nakomelingen van Ali uit het kalifaat verwijderd en gedurende vele politieke periodes hardvochtig vervolgd door gerechtigheid.