Etymologisch is het woord besnijdenis afgeleid van het Latijnse "circumcidere", wat betekent "omkeren". Het bestaat uit een chirurgische ingreep waarbij de voorhuid (mobiele huidplooi die de eikel van de menselijke penis bedekt en beschermt) geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, onbedekt. De techniek die wordt gebruikt voor het verwijderen is heel gebruikelijk, alleen de voorhuid wordt geopend en gescheiden van de eikel. Soms wordt anesthesie gebruikt om pijn te verminderen. Het is een van de meest voorkomende chirurgische ingrepen ter wereld. Besnijdenis wordt uitgevoerd om drie fundamentele redenen: religieuze, medische en profylactische.
Er zijn enkele voorwaarden die de beoefening van besnijdenis kunnen veroorzaken, waaronder: phimosis, die bestaat uit het vernauwen van de preputiale opening, waardoor wordt voorkomen dat de voorhuid zich terugtrekt achter de eikel. Besnijdenis om phimosis te behandelen wordt vaak uitgevoerd na de leeftijd van drie jaar, omdat meestal de strakheid van de voorhuid vóór die leeftijd kan veranderen. Na drie jaar kunnen dezelfde kinderen, door middel van hun dagelijkse hygiëne en later door middel van masturbatie, de meeste veronderstelde phimosis corrigeren.
Besnijdenis wordt noodzakelijk wanneer phimosis ongemak, infectie of pijn veroorzaakt; Het kan ook optreden als de frenulum van de penis erg kort is en pijn of bloeding veroorzaakt op het moment van erectie.
Parafimose is ook een reden voor het beoefenen van een besnijdenis, deze aandoening treedt op wanneer de voorhuid met geweld wordt teruggetrokken, deze kan niet over de eikel worden uitgerekt en erachter blijven. Deze chirurgische ingreep gebeurt op poliklinische basis, bij kinderen wordt algemene of lokale anesthesie toegepast (afhankelijk van het geval) en bij volwassenen lokale anesthesie. De duur van de operatie is tussen de 15 en 30 minuten.
In sommige culturen maakt besnijdenis deel uit van een inwijdingsritueel, waarbij mannen kort na de geboorte worden besneden. Deze ceremonie wordt uitgevoerd in landen als Afrika, Nieuw-Guinea, Australië.
Moslims en joden beoefenden de besnijdenis bijna verplicht, omdat deze daad voor hen het verbond tussen Abraham en God symboliseert. Wat het christendom betreft, het handhaaft een neutrale positie ten opzichte van de besnijdenis, aangezien het zijn gelovigen niet dwingt om het uit te voeren, maar het verbiedt het ook niet.