Het cytoskelet is een actieve structuur die eukaryote cellen integreert, waardoor de celvorm behouden of gewijzigd kan worden, reagerend op interne of externe stimuli. De activiteiten van het cytoskelet zijn zeer gevarieerd, de meeste zijn afhankelijk van het celtype, sommige zijn: Onderhoud van celstructuur en vorm. Maakt beweging mogelijk en maakt celdeling mogelijk.
Het cytoskelet bestaat uit drie soorten eiwitfilamenten die sterk verschillen in samenstelling, functie en kenmerken:
Actinefilamenten of microfilamenten: het zijn filamenten die een netwerk vormen dichtbij het plasmamembraan. Ze worden gekenmerkt door hun flexibiliteit, hun dikte is 5 tot 9 nanometer. Ze zijn afkomstig van de polymerisatie van het actinedeeltje. Deze filamenten zijn aanwezig in dierlijke cellen en in plantencellen. Ze zijn erg belangrijk in het proces van celbeweging en cohesie. Op dezelfde manier grijpen ze significant in bij de celdeling. Een andere belangrijke functie van actine filamenten zijn oorsprong in de spier weefsel, waar ze worden geassocieerd met motor eiwitten genaamd " myosins ", die oorzaak samentrekken van de spieren.
Microtubuli: zijn die afkomstig zijn van de polymerisatie van een dimeer dat bestaat uit alfa- en bètatubuline. Dit type filament wordt gekenmerkt door zijn stijfheid en hol, de dikte is 25 nanometer. Ze zijn verantwoordelijk voor de beweging van trilharen en flagella, naast de bewegingen van intracellulaire blaasjes. Ze worden gegenereerd in de microtubuli-producerende centra, die een radiale organisatie in de interfasecellen herbergen. Het zijn zeer dynamische structuren, ondersteund door een reeks eiwitten die microtubule-geassocieerde eiwitten worden genoemd.
Tussenliggende filamenten: in tegenstelling tot de eerste twee die bestaan uit bolvormige eiwitten, bestaan de tussenliggende filamenten uit gepolymeriseerde draadvormige eiwitten. De dikte is 8 tot 10 nanometer, wat een tussenproduct weerspiegelt tussen actinefilamenten en micrutubuli. De belangrijkste functie is om als structurele ondersteuning van de cel te dienen, omdat het dankzij zijn sterkte cellen beschermt tegen spanningen en druk.
De tussenliggende filamenten zijn van verschillende typen: nucleaire lamina-filamenten (dit zijn degenen die het kernmembraan verzekeren), keratine (beschermen epitheelcellen), neurofilamenten (in zenuwcellen)