Het is een waterig medium dat geen duidelijke structuur en eigenschappen heeft. Het cytosol, ook wel de cytoplasmatische matrix of hyaloplasma genoemd, bevindt zich in de cellen en vormt het grootste deel van de intracellulaire vloeistof van het cytoplasma, die bestaat uit cytosol en kleine organellen. Het cytosol wordt gescheiden door membranen, die verschillende compartimenten vormen.
Het cytosol vormt een complex mengsel van stoffen die zijn opgelost in water, dit is het hoofdbestanddeel (ongeveer 85%). De andere componenten zijn voornamelijk ionen, eiwitten, lipiden en koolhydraten gassen koolstof.
Twee hoofdtypen granulaire structuren zijn gedispergeerd in het cytosol: ribosomen en glycogeengranules, lipide-bolletjes, onder anderen.
Ribosomen hebben een diameter van 20 nm, sommige zijn vrij in het cytosol en zijn betrokken bij de synthese van eiwitten die specifiek zijn voor de cel; andere zijn geassocieerd met het cytoplasmatische oppervlak van het endoplasmatisch reticulum, om eiwitten te synthetiseren die bestemd zijn om te worden uitgescheiden of membraaneiwitten.
Van hun kant hebben glycogeenkorrels en lipide-bolletjes een grootte en aanwezigheid in zeer variabele aantallen, hoewel over het algemeen groter dan die van ribosomen. Dit zijn brandstofreserves.
De werking van het cytosol varieert naargelang het type cel. In eukaryote cellen bevindt het cytosol zich in het celmembraan. Het is ook opgenomen in het cytoplasma, de laatste omvat plastiden, mitochondriën en andere organellen. In deze cellen omvat het cytosol niet de structuren van de organellen, noch de interne vloeistoffen, het vertegenwoordigt alleen een matrixvloeistof die rond de organellen wordt aangetroffen en hoewel er veel metabole routes in voorkomen, bevinden andere zich in de organellen..
In prokaryote cellen daarentegen vinden de meeste chemische reacties van het metabolisme plaats in het cytosol, andere vinden plaats in de periplasmatische ruimte of in de membranen. Om deze reden worden vertegenwoordigers van alle groepen biomoleculen in het cytosol aangetroffen. Daarnaast vinden er cytoplasmatische bewegingen of stromingen (cyclose) plaats in het cytosol die leiden tot verplaatsing van sommige organellen.
Hoewel het cytosol verschillende functies heeft, werkt het voornamelijk bij de afbraak van glucose (glycolyse) en is het verantwoordelijk voor het doorgeven van informatie via het plasmamembraan van de cel naar de celkern.