De liturgische kleuren zijn de kleuren die specifiek door de priesters worden gebruikt in hun gewaden tijdens de eucharistische ceremonies die gedurende het liturgische jaar plaatsvinden. Elke kleur dient om de kenmerken van een specifieke tijd van het christelijke jaar te benadrukken, om een bepaalde kalendervakantie of een speciale gebeurtenis aan te duiden. Bijvoorbeeld: vasten, Pasen, advent, kerst, elke zondag van het jaar en gewone tijd.
Volgens gegevens was het paus Innocentius III die het gebruik van liturgische kleuren voorstelde die priesters momenteel gebruiken bij kerkvieringen. Deze paus baseerde zijn symboliek op de metaforische lezingen van de kleuren en bloemen die in de Heilige Schrift worden aangehaald, met name in het boek van het Hooglied, waar kleuren een belangrijk element in het verhaal vertegenwoordigen.
Tijdens de eerste eeuwen, tijdens christelijke ceremonies, was er in die tijd geen algemene regel met betrekking tot kleuren, aangezien het enige waarmee rekening werd gehouden was dat voor feestdagen levendiger kleuren moesten worden gekozen en voor tijden van boete, donkere en sobere kleuren.
Maar wat is de betekenis van elke kleur?
- Wit: het is de kleur die God symboliseert. Het betekent zuiverheid en vreugde; een tijd van vreugde en vrede. Wit wordt gebruikt tijdens Pasen, Kerstmis, Driekoningen en de festiviteiten van de hemelvaart van Jezus naar de hemel. Het wordt ook gebruikt tijdens de festiviteiten van de Maagd Maria, van de heiligen en engelen die niet het martelaarschap hebben ondergaan.
Wit is daarom de meest opvallende kleur in christelijke vieringen, als een manifestatie van licht, vreugde en leven die God aan de mens geeft.
- Groen - Groen staat voor hoop. In oude volkeren werd deze kleur geassocieerd met de lente, vegetatie en de belofte van een overvloedige oogst. Deze kleur wordt gebruikt in de liturgie tijdens de gewone tijd, waarin geen speciaal feest wordt gevierd. Dat wil zeggen, na Kerstmis tot de vasten en na Pasen tot de advent en op dezelfde manier gedurende alle zondagen of andere dagen waarop geen andere kleur vereist is.
- Paars: staat voor boete en rouw. Het wordt gebruikt tijdens de Goede Week, in het seizoen van advent en vasten. Paars wordt ook gebruikt om begrafenissen te leiden.
- Rood: staat voor het vuur, het bloed en de kracht van de heilige geest. Deze kleur wordt gebruikt tijdens de Passie feesten, met inbegrip van Goede Vrijdag, de Pinksteren feesten en op de dag van de herdenking van de dood van de apostelen en martelaren.