De periode die de Counter -Reformation, verspreid in Europa sinds 1560, toen het hoogste gezag van de Katholieke Kerk werd uitgeoefend door de paus Pius IV, en culmineerde in het jaar 1648 tot het einde van de oorlog van de Dertigjarige begon als een godsdienstconflict en er zijn uiteindelijk veel Europese landen bij betrokken, zelfs om niet-religieuze redenen.
Het werd Contrareformatie genoemd omdat het de manier was waarop de Katholieke Kerk reageerde op de vooruitgang van de Protestantse Reformatie die Maarten Luther in de 15e eeuw had geïnitieerd, waardoor de breuk ontstond tussen de Duitse monnik en het katholicisme in 1517, toen Luther een reeks aanklachten uitte tegen kerkleden hielden van de verkoop van aflaten als een vereiste om vergeving van zonden te verkrijgen, was tegen een groot deel van de sacramenten (alleen toegestaan doopsel en de eucharistie) en negeerde het gezag van de paus, prees de redding van zielen op grond van geloof en niet door daden.
De katholieke kerk werd gedwongen zichzelf leerstellig en geestelijk weer op te bouwen tegen de nieuwe christelijke stromingen in. In die zin is de contrareformatie een reactie tegen de protestantse reformatie.
Katholieken accepteerden de protestantse doctrines van Luther, de vrije interpretatie van de evangeliën, de afwijzing van de cultus van de Maagd Maria of de heiligen, het verzet tegen opzichtigheid in de kerken en het niet aanvaarden van het vagevuur.
Tussen 1545 en 1563 werd het Concilie van Trente bijeengeroepen, met de volgende voorstellen:
- De heilige geschriften moesten worden geïnterpreteerd volgens de traditie van de kerk en niet vrijelijk zoals voorgesteld door de protestanten.
- Dogma's waren vastgesteld (vooral het dogma van de Drie-eenheid en de vrije wil van mensen om te kiezen tussen goed en kwaad).
- Om verlossing te bereiken, is geloof en het leiden van een christelijk leven gebaseerd op goede werken noodzakelijk.
- De religieuzen moesten in gemeenschap leven en konden geen goederen verzamelen.
- Er was een hervorming van de religieuze ordes.
Naast de nieuwe voorstellen van de Raad bevorderde de katholieke kerk de vorming van nieuwe ordes. In die zin werden onder meer de Orde van de Kapucijnen en de Sociëteit van Jezus opgericht. De jezuïeten waren de ideologische en spirituele arm die zich verzette tegen het protestantisme (ze stichtten missies over de hele wereld en verspreidden het katholieke geloof).