Het woord uitvloeisel komt van het Latijnse corollarĭum, vanuit wiskundig oogpunt betekent het een waarheid die is ontstaan als resultaat van een stelling. Het is een voorstel dat niet hoeft te worden geverifieerd, omdat het heel gemakkelijk kan worden afgeleid uit wat wordt aangetoond. Meestal volgt het uitvloeisel onmiddellijk een stelling.
Een voorbeeld van een uitvloeisel op het gebied van wiskunde kan het volgende zijn: Rekening houdend met de stelling "In alle driehoeken zijn de interne hoeken gelijk aan 180º". Gevolg A komt naar voren; 90º is de som van de scherpe hoeken. Uitvloeisel B; In een driehoek kan er niet meer dan één rechte hoek of meer dan één stomp zijn.
Vanuit het alledaagse standpunt is het iets deductiefs of logisch, rekening houdend met een reeks eerdere gebeurtenissen. Een voorbeeld hiervan is: "apen hebben minder haar dan een mens." Daarom wordt deze stelling gevolgd door het uitvloeisel; Gorilla's hebben geen haarzakjes op hun gezicht.