Dyslexie komt van het Griekse "dyslexie", dat bestaat uit het voorvoegsel "dis" wat "slecht" "moeilijk" betekent, plus de vermelding "λέξις" of "lexis" wat "spraak" of "dictie" betekent en het achtervoegsel "Ia" verwijst naar "kwaliteit." Dyslexie wordt beschreven als een syndroom dat het leren en begrijpen van lezen, rekenen of schrijven bemoeilijkt, wat vaak verband houdt met aandachtsstoornissen en motorische coördinatie. Met andere woorden, dyslexie verwijst naar de moeilijkheid, het ongemak of het probleem om de letters of een reeks letters uit het hoofd te leren of te onderscheiden, een slechte structuur van zinnen, gebrek aan orde en ritme bij het plaatsen, die onder andere tot uiting komen in beide. zowel lezen als schrijven.
Volgens de International Dyslexia Association of in het Engels International Dyslexia Association is dit syndroom een specifiek leerprobleem waarvan de oorsprong neurobiologisch is. Het komt voor bij het leren lezen en schrijven, en manifesteert zich bepaalde moeilijkheden bij het lezen en schrijven, naast spelling en in het algemeen bij die processen die verband houden met het decoderen van de symbolen die voor communicatie zijn gemaakt. De meeste onderzoeken naar dyslexie tonen aan dat het genetisch wordt overgedragen, daarom zijn er in een bepaald gezin meestal meerdere gevallen van dyslexie.
Mensen met dyslexie kunnen het proces van lezen en schrijven leren, maar met een geschikte methodologie voor hen, dat wil zeggen volgens hun verschillende manier om de wereld van symbolen te begrijpen en waar te nemen. Een vroege diagnose is van het grootste belang om bijwerkingen te voorkomen die veel moeilijker te behandelen zijn, zoals depressie en progressieve remming, en om zo snel mogelijk te kunnen handelen in het leerproces van deze mensen.