Het woord goddelijkheid wordt beschouwd als de kwaliteit van wat als goddelijk wordt beschouwd, ook begrepen als een kenmerk dat verband houdt met de godheid. Daarom wordt goddelijkheid geïnterpreteerd als de vereniging van die bijzonderheden, eigenschappen en deugden die worden toegekend aan wezens die worden gewaardeerd als goden, vol superioriteit, perfectie en godheid. Wanneer een wezen als een godheid wordt geclassificeerd, is dat omdat hij iets heeft gedaan dat geen ander wezen in deze wereld heeft gedaan. Voor de katholieke religie wordt Jezus Christus gezien als een godheid, aangezien Hij (volgens de geschriften) de wereld in 7 dagen heeft geschapen, iets totaal verbazingwekkends en waardig om goddelijk te zijn, daarom verdient het lof van zijn gelovigen.
De heilige Augustinus (bisschop, schrijver en leraar) was echter van mening dat het woord goddelijkheid en godheid niet hetzelfde betekende, aangezien de godheid verwees naar de kwaliteit van de heidense goden, terwijl de godheid werd geassocieerd met de essentie van God. Christen.
De verschillende verhalen vertellen over goden uit de Griekse, Romeinse, Scandinavische mythologie, enz. Dat ze godheden zijn voor een volk, ze zijn zo oud dat ze geen tastbare verslagen hebben van het bestaan van deze goden op aarde, met uitzondering van kleine sporen uit de geschiedenis, opnieuw bevestigd door de maatschappij die verantwoordelijk is voor het behoud en de verspreiding van het dogma.
Aan de andere kant worden er verschillende toepassingen toegepast op de term goddelijkheid: wanneer het verwijst naar een absolute God van monotheïstische of polytheïstische religies. Als het verwijst naar de kenmerken van een persoon, als men denkt dat dit deel uitmaakt van iets goddelijks. Wanneer ze worden verbonden met krachten, energieën die universeel zijn en die de menselijke capaciteiten te boven gaan.
Tegenwoordig wordt het woord goddelijkheid door vrouwen gebruikt als een uitdrukking die iets moois, charmant, aangenaams definieert dat een sensatie veroorzaakt. Bijvoorbeeld 'die schoenen zijn een godheid', 'die cake is een godheid'