Een planeconomie is een systeem waarin de overheid, in plaats van de vrije markt, bepaalt welke goederen geproduceerd moeten worden, hoeveel geproduceerd moeten worden en welke prijs te koop aangeboden wordt. De commando-economie is een belangrijk kenmerk van elke communistische samenleving. Cuba, Noord-Korea en de voormalige Sovjet- Unie zijn voorbeelden van landen met een commando-economie, terwijl China decennialang een gecontroleerde economie handhaafde voordat het overging op een gemengde economie met communistische en kapitalistische elementen.
Planeconomieën, ook wel bekend als de commando-economie, staan in contrast met vrije markteconomieën, waarin de prijzen van goederen diensten zijn en worden bepaald door onzichtbare krachten van vraag en aanbod. Een centraal uitgangspunt van een vrijemarkteconomie is dat de overheid niet ingrijpt in het functioneren van de markt door prijzen vast te stellen, de productie te beperken of concurrentie binnen de private sector te belemmeren. In een commando-economie is er geen concurrentie, aangezien de centrale overheid alle bedrijven controleert.
Commando-economieën kunnen goederen niet efficiënt toewijzen vanwege het kennisprobleem of het onvermogen van de centrale planner om te onderscheiden hoeveel van een goed moet worden geproduceerd. De tekorten en overschotten zijn veelvoorkomende gevolgen van commando-economieën. De overheid is losgekoppeld van het lichaam van consumenten, wier behoeften meer vloeiend dan statisch zijn. Het resultaat is dat de entiteit die de productiemiddelen beheert, voortdurend moeite heeft om op de steeds veranderende vraag te reageren.in verschillende sectoren tijdig. Aan de andere kant stelt de centrale planner in een commando-economie prijzen strikt vast op basis van de inkomensbehoeften, wat resulteert in prijzen die bijna altijd inefficiënt zijn met betrekking tot productie en vraag.
Aan de andere kant geeft een vrijemarktprijssysteem producenten aan wat ze moeten creëren en in welke hoeveelheden, wat resulteert in een veel efficiëntere toewijzing van goederen. Bovendien controleert dezelfde groep consumenten die de vraag naar goederen en diensten voedt, de productiemiddelen via particuliere ondernemingen. Hierdoor is er geen kenniskloof en kunnen producenten veel efficiënter inspelen op veranderende consumentenvraag.