Op het gebied van de biologie, heet een effector, de zenuwcellen belaste beroep vóór een stimulus ontvangt. De effectoren zijn meestal klieren en spieren. De klieren zijn verantwoordelijk voor het produceren van afscheiding van specifieke stoffen, terwijl de spieren een beweging uitvoeren.
Een voorbeeld van een effectororgaan is het hart, dit vertegenwoordigt de effector van het cardiovasculaire systeem ondersteund door het neurovegetatieve systeem. Er zijn ook de endocriene klieren die hun afscheidingen afgeven als gevolg van de zenuwinvloed of de werking van een ander hormoon.
De effectoren hebben de mogelijkheid om de opdracht uit te voeren die afkomstig is van het zenuwstelsel, dus de creatie van de verschillende soorten neuronen zal worden onderworpen aan het type reactie dat door dat systeem wordt geproduceerd. Er zijn twee klassen neuronen: gespierd en zenuwachtig. De eerste zijn verbonden met het motorische gedeelte en de laatste met het gevoelige gedeelte.
Motorneuronen zijn verantwoordelijk voor het verzenden van de verschillende soorten zenuwimpulsen die in het lichaam ontstaan naar de effectoren. Met andere woorden, de motorneuronen sturen signalen van het ruggenmerg naar de spieren om de beweging van het lichaam op te wekken.
Aan de andere kant wordt op het gebied van moleculaire biologie een effector gedefinieerd als een stof die rechtstreeks op een ander inwerkt en een gedragsverandering teweegbrengt, hetzij door onderdrukking (remmer) of door activering (agonist). In dit geval kunnen de effectoren zijn: kleine moleculen zoals stikstofoxiden, kleine peptiden zoals pepsinogeen of grote eiwitten zoals eiwitkinases.
In dit gebied worden effectoren in het algemeen geassocieerd met signaalinterpretatieroutes, hetzij als mediator, hetzij als eindproduct van de cascade, aangezien ze nodig zijn om de biologische activiteit van het proces uit te voeren.