Endometriose is de abnormale groei van endometriumweefsel vergelijkbaar met dat aan de binnenkant van de baarmoeder, maar op een locatie buiten de baarmoeder. Endometriumweefsel wordt tijdens de menstruatie elke maand afgestoten. De gebieden van endometriumweefsel die op ectopische locaties worden aangetroffen, worden endometriale implantaten genoemd.
Deze laesies worden meestal aangetroffen op de eierstokken, eileiders, het oppervlak van de baarmoeder, de darm en de bekleding van het bekkenholtemembraan (d.w.z. het peritoneum). Ze komen minder vaak voor bij de vagina, baarmoederhals en blaas. In zeldzame gevallen kan endometriose buiten het bekken optreden. Endometriose is gemeld in de lever, hersenen, longen en oude chirurgische littekens. Endometriale implantaten zijn, hoewel ze problematisch kunnen zijn, meestal goedaardig (dat wil zeggen, niet kankerachtig).
Endometriose wordt ingedeeld in een van de vier stadia (I-minimaal, II-mild, III-matig en IV-ernstig) op basis van de exacte locatie, omvang en diepte van de endometriotische implantaten, evenals de aanwezigheid en ernst van het weefsel littekens, de aanwezigheid en grootte van endometriale implantaten in de eierstokken. De meeste gevallen van endometriose worden geclassificeerd als minimaal of mild, wat betekent dat er oppervlakkige implantaten en matige littekens zijn. Matige en ernstige endometriose leiden doorgaans tot ernstigere cysten en littekens. Het stadium van endometriose is niet gerelateerd aan de mate van de symptomen ervaren door een vrouw, maar onvruchtbaarheid is gemeen met endometriose in staat IV.
Endometriose kan een van de redenen zijn voor onvruchtbaarheid bij gezonde stellen. Wanneer laparoscopisch onderzoek wordt uitgevoerd tijdens onvruchtbaarheidsevaluaties, worden implantaten vaak aangetroffen bij personen die totaal asymptomatisch zijn. De redenen voor verminderde vruchtbaarheid bij veel endometriosepatiënten worden niet begrepen.
Endometriose kan leiden tot de vorming van littekenweefsel in het bekken. Als het de eierstokken en eileiders betreft, kunnen de mechanische processen die betrokken zijn bij het overbrengen van bevruchte eitjes in de buisjes worden gewijzigd.
Als alternatief kunnen endometriotische laesies ontstekingsstoffen produceren die de ovulatie, bevruchting en implantatie nadelig beïnvloeden.