De echte academie definieert het als overmatige vreugde, vreugde, voldoening, veel opwinding voor iets of iemand. De handeling of eigenschap die vreugde, enthousiasme, jubel, opwinding toont. Op religieus gebied is er sprake van de buitensporige lof die men heeft voor God, het vinden van vreugde om hem te behagen, het aantrekken van vrede. Een deugd zijn die een christen voelt omdat hij zelfgenoegzaam is over Gods goddelijke gerechtigheid, zich verheven voelt om goddelijke genade en gunst te verkrijgen.
In onze moderne tijd is het een woord dat weinig of geen zin heeft, aangezien het wordt veranderd door het woord exalt, wat betekent dat een object, ding of persoon wordt geprezen, benadrukt, groots wordt geschonken of waarde wordt toegekend. Het woord jubelen wordt voornamelijk gebruikt voor de lof die aan God werd gegeven voor alle voordelen die zijn discipelen verkregen, hetzij voor de vrucht van hun werk, hetzij voor de gehoorzaamheid die ze gaven aan hun geloof jegens God; Ze gaven blijk van een verscheidenheid aan gevoelens en voelden zich opgetogen of verheven bij het behalen van de overwinningen die ze aan de Schepper opdroegen.
Een voorbeeld hiervan was toen de muren van Jeruzalem vielen, toen ze de ineenstorting zagen, voelden ze verheerlijking in hun hart vanwege dit feit en ze begonnen God te loven met schreeuwende liedjes van jubelende dankbaarheid. Een van de manifestaties van de wonderen van de schepping wordt gedemonstreerd in de Bijbelse Psalmen, aangezien koning David daar in poëzie prijst waarin hij het wonder van een schepping onder de hand van een liefhebbende God verheft.