De vermelding fas komt van Latijnse wortels, in het bijzonder van de stem "fas" die verwijst naar rechtvaardig, legaal; wat het tegenovergestelde is van het woord nefas, wat oneerlijk en illegaal betekent. Zoals de echte Spaanse academie het uitdrukt, wordt in de volksmond de uitdrukking "por fas o por nefas" gebruikt, dit betekent "voor het een of ander", ook aan de andere kant kan het "terecht of onrechtvaardig" betekenen. Andere bronnen stellen dat de etymologie van het woord fas uit het Sanskriet komt en dat het verwijst naar de uitdrukking van de wil van de goden, wat door hen rechtvaardig en toegestaan is; en het woord nefas waren die bepaalde gebruiken die niet konden worden gevolgd of uitgevoerd vanwege angst of angst voor de woede en wraak van die goden. Beide termen suggereerden de eerste groep normen die het naast elkaar bestaan van organisaties domineerde voorafgaand aan de civitas of het ingezeten burgerschap van Rome.
In het oude Rome werd fas opgevat als de normen die werden geëmaneerd door de godheid of goden, die in het begin werden verward met het ius, toen de georganiseerde samenleving onder de heerschappij van religie stond, om ze er later van te onderscheiden, in een proces van transformatie die begon nadat de eerste geschreven wet in het oude Rome regeerde, dit was de wet van de XII Tafels, waardoor de menselijke wet een secundaire bron van wetgeving werd; aangezien de verkiezingen tot dan toe geen belangrijke wetgevende taak hadden vervuld.
Aan de andere kant, in het archaïsche tijdperk, manifesteert de dubbelhartigheid tussen Ius en Fas zich, hoewel in het begin moet worden opgemerkt dat beide concepten nauw met elkaar verbonden waren. het verschil tussen deze is dat Ius eerlijk was en Fas rechtmatig, deze twee woorden werden op dat moment als bijvoeglijke naamwoorden gebruikt. Dan kan tenslotte worden gezegd dat fas de goddelijke voorwaarde is voor de wettigheid van een gedraging.