In de biologie wordt een foetus een kind genoemd dat is verwekt maar niet geboren, wat niet langer een embryo is. Voor dieren en mensen vertegenwoordigt de foetus het product van de bevruchting, dat het embryonale stadium al gepasseerd is en zijn ontwikkelingsproces voortzet. De foetus evolueert in een soort zak die zich in het lichaam van de moeder bevindt.
Door op te houden embryo te zijn, heeft de foetus het vermogen om de schade te weerstaan die onder meer drugs, alcohol, sommige medicijnen, voedingstekorten of infecties van de moeder kunnen veroorzaken.
Bij mensen wordt het embryo vanaf de negende maand van de zwangerschap (en tot het moment van geboorte) al als een foetus beschouwd. Zijn gezicht is al groter te zienscherpte, net als hun geslachtsdelen, wat betekent dat de moeder in dit stadium al weet of ze een vrouwtje of een mannetje zal krijgen.
De foetus heeft een heel ander circulatiesysteem dan mensen die al geboren zijn, vooral omdat hun longen nog steeds niet werken; Dit betekent dat de zuurstof die de foetus ontvangt van de moeder komt via de navelstreng en de placenta.
Aan de andere kant wordt bij dieren, zoals honden, het embryo een foetus na 30 dagen dracht, in dit stadium zijn de organen van het dier al gevormd.
Om weer terug te komen op het geval van de mens, moeten we ook het belang benadrukken van het verzorgen van het dieet en ook van de consumptie van vitamines zoals foliumzuur en ijzer, zodat de foetus zich perfect kan ontwikkelen. Het ontbreken daarvan leidt tot het ontstaan van anomalieën of aangeboren afwijkingen die de foetus bij de geboorte een soort blijvende handicap zouden veroorzaken. Van daaruit komt ook het belang van prenatale controles naar voren, omdat hierdoor al deze dingen kunnen worden voorkomen, naast het toepassen van de nodige correcties in geval van enige afwijking.
Momenteel zijn er apparatuur zoals echografie, waarmee de evolutie van de foetus kan worden gevolgd en waarmee het precieze tijdstip van de zwangerschap kan worden bepaald. Door de echo, zal de arts in staat zijn om te weten de lengte van het dijbeen, de omtrek van de schedel, het foetaal gewicht en de lengte van het hoofd naar het stuitbeen.