Wat is feodalisme? »De definitie en betekenis ervan

Anonim

Het feodalisme beschrijft een combinatie van militaire, sociale en juridische gebruiken die in het middeleeuwse Europa plaatsvonden tussen de negende en vijftiende eeuw. Het wordt breed gedefinieerd als de manier waarop de samenleving is gestructureerd rond de relaties die zijn afgeleid van grondbezit in ruil voor een dienst of werk. Hoewel de etymologie van het woord is afgeleid van het Latijnse feudum of feodum (feud), werd in die tijd het gebruikte woord, noch het feodalisme, noch het systeem dat het beschrijft, opgevat als een formeel politiek systeem door mensen die in de middeleeuwen leefden.

Zelfs vandaag de dag is de term een ​​onderwerp van discussie, waarbij sommige geleerden het gebruik ervan beperken tot het beschrijven van regelingen onder de adel , terwijl andere het gebruik ervan uitbreiden om de sociale orde van de middeleeuwen te beschrijven, en een andere groep experts twijfelt aan het nut ervan als concept. De feodalisme, in zijn vele vormen, naar voren gekomen als een gevolg van de decentralisatie van een imperium, met name de Karolingische dynastie (lijn van de Frankische koningen die West-Europa tussen de achtste en tiende eeuw regeerde), die de bureaucratische infrastructuur die nodig is voor back-up ontbrak van de cavalerie, door geen land aan deze troepen toe te wijzen.

Zo begonnen de soldaten te zorgen voor een erfelijk systeem over het land en begon hun macht over het grondgebied de politieke, gerechtelijke en economische sfeer te omvatten. Deze verworven macht verminderde de eenheidsmacht van deze rijken aanzienlijk. Zelfs toen de infrastructuur bestond om een ​​dergelijke eenheidsmacht te behouden (zoals het geval was met de Europese monarchieën), begon deze plaats te maken voor deze nieuwe structurele macht, bekend als feodalisme, en verdween uiteindelijk. Klassiek feodalisme beschrijft een reeks wederzijdse verplichtingen, wettelijk en militair, tussen de strijders van de adel, die draaien om drie fundamentele concepten: heren, vazallen en leengoed.

Een heer was in grote lijnen een edelman die een land bezat; de vazal was de persoon aan wie (door de heer) het bezit van het land werd verleend en dit stond bekend als het leengoed. In ruil voor het gebruik van het leengoed en de bescherming van de heer, leverde de vazal de heer een soort van dienst. Er waren verschillende soorten feodale eigendomsrechten, het konden militaire of niet-militaire diensten zijn. De overeenkomstige rechten en plichten werden onderling overeengekomen tussen de heer en de vazal. De term 'feodale samenleving' omvat niet alleen de aristocratische krijgersstructuur die verband houdt met vazalschap, maar ook de boeren die gebonden zijn door de heerschappij en het eigendom van de kerk.