De term fosìl dereviva van het Latijnse "fosilis" wordt gebruikt om te verwijzen naar al die overblijfselen van oude organismen die, dankzij de sedimentatie van de rotsen, in de loop van de tijd bewaard zijn gebleven omdat ze daardoor deel gaan uitmaken van de korst. land. Om fossilisatie te laten plaatsvinden, moet het organisme kort na zijn dood zijn begraven.
Fossilisatie wordt uitgevoerd via een reeks van zowel fysische als chemische processen, waardoor het organisme een reeks transformaties ondergaat, zowel in zijn structuur als in zijn samenstelling, fossilisatie wordt als een heel vreemd fenomeen beschouwd, aangezien de overgrote meerderheid van de delen waaruit de wezens van organische oorsprong bestaan, ontbinden na het sterven met het verstrijken van de tijd en dit proces vereist vele jaren.
Het proces kan op drie verschillende manieren worden uitgevoerd:
De mineralisatie: hier worden de botten of de restanten daarvan veranderd, aangezien mineralen die deze structuren worden gemodificeerd om de agregarles mineralen te bevatten, daarna worden de overblijfselen omgezet in gesteente.
Carbonisatie: het gefossiliseerde lichaam verliest stoffen zoals zuurstof, stikstof en waterstof, voornamelijk samengesteld uit koolstof, meestal voorkomend in planten of dieren die zijn gestorven als gevolg van verplettering door rotsen.
Gieten en gieten: het zijn positieve of negatieve afbeeldingen van de fossielen of hun onderdelen, het kan van drie soorten zijn. De buitenkant, dat is wanneer het lichaam alleen een indruk krijgt op de buitenkant of op het oppervlak, dankzij stoffen zoals klei die het bedekken. Het interieur, in dit geval het fossiel, neemt de interne vorm van het organisme aan, aangezien de substantie erin binnendringt en zo een interne schimmel achterlaat. Ten slotte is er de contramal, om deze te kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk om eerst een eerste mal te vormen en daaruit zal de tweede en laatste mal worden gevormd, die een exacte replica zal zijn van het gefossiliseerde organisme.
Fossielen vormen een belangrijk onderdeel voor wetenschappen, zoals geologie en biologie, want dankzij hen het mogelijk om de chronologische schaal gebruikt in stratigrafie te bepalen is, naast het feit dat in staat om de leeftijden van de lagen van de te bepalen aarde.