Dit woord heeft zijn oorsprong in het Latijn, met name het woord "fractio", het begrip breuk wordt gebruikt om te verwijzen naar een proces dat is gebaseerd op het in delen verdelen van iets. In de wereld van de wiskunde, de fractie is een uitdrukking die merken een afscheiding. Je kunt dan zeggen dat een breuk een getal is, dat wordt verkregen door een geheel getal in gelijke delen te delen. Opgemerkt moet worden dat een breuk wiskundig wordt weergegeven door getallen die boven elkaar worden geschreven en die worden gescheiden door een horizontale rechte lijn die een breuklijn wordt genoemd. Om het beter te begrijpen, hebben we het volgende voorbeeld, 3/4, dit cijfer moet worden gelezen als driekwart en het geeft drie delen van de vier totalen aan, die ook kunnen worden uitgedrukt als 75%.
Een breuk bestaat uit twee termen: eerst heb je de teller en dan is er de noemer. Van zijn kant is de teller dat nummer dat zich op de breuklijn bevindt en de noemer is degene die eronder staat.
Afhankelijk van het type verband dat tussen de teller en de noemer tot stand is gebracht, kunnen de breuken worden geclassificeerd als juist en onjuist, onherleidbaar en niet-onherleidbaar. Hun eigen kenmerken worden gekenmerkt door het feit dat de noemer groter is dan de teller. De onjuiste zijn daarentegen die waarin de teller groter is dan de noemer. Dan worden de reduceerbare gelokaliseerd, het is wanneer de teller en de noemer geen priemgetal zijn tussen de een en de ander, een kenmerk waarmee de structuur kan worden vereenvoudigd. Ten slotte zijn de onherleidbare die waarbij de teller en de noemer een priemgetal bij elkaar zijn en om deze reden kan het niet eenvoudiger worden gemaakt).
Gemengde breuken hebben daarentegen een bepaald kenmerk, en dat is dat een geheel getal vóór de teller en de noemer wordt geschreven, meestal is dat getal groter (qua typografie) en in het midden. verticaal. Deze waarde geeft aan hoe vaak de noemer is ingevuld, een feit dat bij de rest van de breuken niet gebeurt. Een voorbeeld is 4 1/3, wat betekent dat u 4 eenheden heeft (vier keer drie derde) en een derde.