Psychologie

Wat is frenologie? »De definitie en betekenis ervan

Anonim

Het is een ter ziele gegane gebied van studie, ooit beschouwd als een wetenschap, waarin een persoon persoonlijkheidskenmerken werden bepaald door het "lezen" hobbels en scheuren op de schedel. Ontwikkeld door de Duitse arts Franz Joseph Gall rond 1800, was de discipline erg populair in de 19e eeuw. Het werd oorspronkelijk ontwikkeld in 1796. In 1843 verwees François Magendie naar frenologie als "een moderne pseudo-wetenschap". Het frenologische denken had echter invloed op de 19e-eeuwse psychiatrie en de moderne neurowetenschappen.

Frenologie is gebaseerd op het concept dat de hersenen het orgaan van de geest zijn en dat bepaalde hersengebieden specifieke functies of gelokaliseerde modules hebben. Frenologen geloofden dat de geest een reeks verschillende mentale vermogens heeft, waarbij elk specifiek vermogen in een ander deel van de hersenen wordt vertegenwoordigd. Deze gebieden zouden in verhouding staan ​​tot iemands neigingen en het belang van het gegeven mentale vermogen. Men geloofde dat het schedelbot werd gevormd om de verschillende maten van deze specifieke gebieden van de hersenen in verschillende individuen aan te passen, zodat de capaciteit van een persoon voor een bepaalde persoonlijkheid eigenschap kon gewoon worden bepaald door het meten van het gebied van de schedel die de overeenkomstige overschreden van de hersenen.

In de geschiedenis van de persoonlijkheidstheorie wordt frenologie beschouwd als een vooruitgang op de oude medische theorie van de vier lichaamsvochten. Het heeft echter geen voorspellende kracht en wordt daarom door het moderne wetenschappelijke discours afgedaan als charlatanisme. Frenologie, die zich richt op persoonlijkheid en karakter, moet worden onderscheiden van craniometrie, de studie van de grootte, het gewicht en de vorm van de schedel, en fysionomie, de studie van gelaatstrekken. Deze disciplines hebben echter het vermogen opgeëist om persoonlijkheids- of intelligentie-eigenschappen te voorspellen (op gebieden zoals antropologie / etnologie).

Phonologisatie omvatte voornamelijk hoofdlezingen en karakteranalyse, evenals speculaties over de interacties tussen de faculteiten (waarover werd gesproken alsof elk een egoïstische homunculus was, op zoek naar hun eigen bevrediging). De meeste frenologen droegen de toppen van hun blote vingers (Gall raadt aan om de handpalmen te gebruiken) op één hoofd om eventuele verhogingen of indotaties te onderscheiden. Soms de remklauwen, de Combe frenologie-schuifmaten, de elementen van de frenologie. Ze waren gebruikte meetlinten en andere instrumenten. Een deskundige frenoloog kende niet alleen de cartografische rangschikking van het hoofd volgens de laatste frenologische kaartmaar ook de persoonlijkheden en de voor- en nadelen van elk van de 35 vreemde orgels (het aantal orgels nam in de loop van de tijd geleidelijk toe). Frenologen stelden ook temperament of nederigheid vast, een vergeten onderdeel van de frenologie.