Op religieus gebied vertegenwoordigt ketterij een doctrine die rechtstreeks in tegenspraak is met een reeds gevestigd geloof. Etymologisch is dit woord afgeleid van het Griekse "hairesis" wat "fout, afwijking" betekent. Als er een criterium is dat niet goed wordt gezien door de religieuze autoriteiten, kan er een confronterende situatie ontstaan die zou eindigen in het definitief verbreken van de band die hen verenigt in geloofszaken.
Daarom wordt ketterij beschouwd als het vertrek van alles wat door een religieuze leer wordt uitgedrukt en dat kan leiden tot een verdeeldheid binnen de religieuze samenleving. Wanneer er een verschil van mening is in de manier waarop twee of meer groepen de waarheid van het bestaan begrijpen, ontstaat daar ketterij.
Sinds de tijd van de apostelen zijn er ketterijen in overvloed: degenen die twijfelden aan de maagdelijkheid van Maria, degenen die de goddelijkheid van Jezus weerlegden, anderen zijn menselijkheid, en degenen die christelijke principes met andere overtuigingen versmolten, enz. De ketterijen kwamen bij vele gelegenheden van de ontevreden christenen zelf en anderen van de heidenen.
Het is belangrijk op te merken dat de eerste inquisitie die verantwoordelijk was voor de strijd tegen ketterij, werd opgericht door paus Gregorius lX. Aan de andere kant wordt binnen de code van het canoniek recht bepaald dat een ketter een persoon is die, na de doop te hebben ontvangen, terwijl hij nog steeds de naam christen handhaaft, de waarheden van het goddelijk geloof tegenspreekt.
Enkele van de doctrines die door de katholieke kerk als ketterijen worden beschouwd, zijn:
Gnosticisme: volgens deze leer worden mensen die erin zijn ingewijd niet gered door geloof of door het offer van Jezus Christus, maar worden gered dankzij gnosis, of innerlijke kennis van het goddelijke, deze kennis wordt beschouwd als superieur aan geloof.
Docetisme: Deze leer bevestigt dat Christus de kruisiging niet heeft ondergaan. Omdat zijn lichaam niet echt was, en daarmee de menselijkheid van Jezus ontkende.
Abecedarianos: zij bevestigden dat om gered te kunnen worden, de mensen niet zouden moeten kunnen lezen of schrijven.
Adoptionisme: verdedigde het geloof dat Jezus een mens was, die dankzij Gods adoptie een goddelijk wezen werd.