Plantenhistologie is een tak van de biologie die verantwoordelijk is voor de analyse van plantenweefsels. Een weefsel is een reeks cellen met specifieke functies. Elk orgaan waaruit een plant bestaat, bestaat uit een verscheidenheid aan weefsels. In die zin probeert plantenhistologie alles te analyseren dat verband houdt met de oorsprong, morfologie, structuur en functies van de verschillende celtypen, evenals de extracellulaire elementen waaruit ze bestaan.
Volgens de functie van de weefsels worden deze ingedeeld in:
- Primair of embryonaal, waarvan de zogenaamde " meristeemweefsels " zijn afgeleid, zijn deze weefsels verantwoordelijk voor de groei van de plant, hetzij in lengte hetzij in dikte. De cellen waaruit deze weefsels bestaan, worden gekenmerkt doordat ze erg klein zijn, een regelmatige vorm hebben, een grote kern hebben, zeer dunne celwanden hebben en zich actief voortplanten.
- Volwassen of permanent, daarin zijn de weefsels: fundamenteel, beschermend, geleidend, fabricerend en ondersteunend.
- Fundamentele weefsels: ze zijn verantwoordelijk voor de voeding van de plant en de accumulatie van reserves.
- Beschermende weefsels: dit zijn stoffen die het externe deel van de planten vormen en verantwoordelijk zijn voor de bescherming tegen externe factoren. Dit epidermale weefsel bedekt de wortels, stengels en bladeren, beschermt het luchtgedeelte van de plant tegen uitdroging en maakt de opname van water en voedingsstoffen uit de ondergrond mogelijk.
- Geleidingsweefsels: deze weefsels zijn verantwoordelijk voor het transport van de voedingsstoffen die van de wortelzone naar de bladeren gaan of vice versa.
- Fabricage van weefsels: ze bestaan uit een reeks cellen die worden verspreid in andere weefsels, die bepaalde stoffen produceren die worden beschouwd als afvalmateriaal voor de plant.
- Ondersteunende stoffen: hun missie is om de plant consistentie en kracht te bieden. Het zijn weefsels die het skelet van de plant structureren en rechtop laten staan.
Plantenhistologie is een gebied dat van groot belang is voor de biologie, omdat hierdoor elk weefsel waaruit een plant bestaat bekend kan zijn, evenals de bijbehorende plantorganen die het mogelijk maken dat de plant groeit en zich correct ontwikkelt.