Idealisme is de neiging om de werkelijkheid te idealiseren en aan de andere kant is het de filosofische positie die bevestigt dat de externe wereld een idee is dat voortkomt uit de geest van de mens of een bovennatuurlijk wezen. Met andere woorden, het verwijst naar alle theorieën die bevestigen dat de externe wereld niet onafhankelijk van de menselijke geest bestaat.
Met betrekking tot de etymologie van het woord, als we het hebben over idealisme, noemen we de neiging om dingen als perfect of beter te presenteren dan ze in werkelijkheid zijn. Het reageert op een psychisch proces dat de neiging heeft iets of iemand te onderzoeken, van eigenschappen die het op een bepaalde manier niet bezit.
In het idealisme wordt het ik beschouwd als de authentieke constituerende factor van de werkelijkheid, en worden de waarden van het irrationele, het gevoel en de traditie verheven. Deze idealistische theorie is het tegenovergestelde van de materialistische theorie. Want de materiële natuur is niets anders dan een niet-ik 'geplaatst' door het ik als gevolg van haar interne dynamiek.
De hele werkelijke structuur is afgeleid van het dialectische spel tussen het Zelf en zijn manifestaties, een spel dat wordt beheerst door de moraliteit van plicht, aangezien verschijnselen uiteindelijk slechts 'materialen zijn die gevoelig zijn voor plicht'.
In zijn meest radicale en vaak verworpen vorm staat idealisme gelijk aan solipsisme; wat de metafysische overtuiging is dat het enige waar men zeker van kan zijn het bestaan van zijn eigen geest is, en dat de werkelijkheid die hem kennelijk omringt, onkenbaar is en mogelijk niet meer dan een deel van zijn eigen mentale toestand is.
Op een gebruikelijke manier erkent de idealist echter volledig de externe of natuurlijke wereld, en vermijdt hij te beweren dat deze kan worden gereduceerd tot louter denken.
Er zijn twee belangrijke varianten van idealisme: objectief en subjectief. Het objectieve idealisme stelt dat ideeën op zichzelf bestaan en dat we ze alleen kunnen leren en ontdekken. Theorieën in deze variëteit omvatten die van Plato, Leibniz, Hegel, Bolzano, Dilthey en Frege.
Het subjectieve idealisme houdt vol dat ideeën alleen in de geest van het subject bestaan; dat er geen autonome buitenwereld is. Er zijn de theorieën van Berkeley, Kant, Fichte, Mach, Cassirer en Collingwood.
Opgemerkt moet worden dat wetenschap en technologie geen enkele versie van idealisme goedkeuren; beide gaan uit van de externe wereld en onderzoeken en wijzigen deze daarom.