Oorspronkelijk woord uit het Latijn "individŭus" wat "ondeelbaar" betekent en de lexicale componenten zijn "in" wat een ontkenning is, plus de werkwoordswortel "divere" wat "delen" betekent. Als bijvoeglijk naamwoord wordt het gebruikt om aan te geven dat een bepaalde entiteit individueel is, dat wil zeggen dat het niet kan worden verdeeld. Een individu wordt ook gedefinieerd als een persoon die onder geen enkele naam bekend is, niet wordt uitgedrukt of niet bedoeld is. Daarom is een individu dat levende wezen, of het nu een dier of plant is, dat tot een andere soort behoort dan de anderen.
In de biologie worden unieke en homogene wezens individuen genoemd, voor zover het genetica betreft en autonoom in termen van hun fysiologie, en elk in een context, zowel in ruimte als in tijd. Een bepaald individu is een persoon met een reeks kenmerken, zoals onder meer naam, nationaliteit, cultuur; Hij is een autonoom persoon met zijn eigen gedachten, in staat om te weten en te begrijpen wat hij wil en waar hij heen gaat, een entiteit met het vermogen om te denken voordat hij handelt; Met andere woorden, het is het subject dat volledige religieuze, ideologische, raciale en seksuele onafhankelijkheid bezit en een vrije wil bezit.
In de filosofie, in het bijzonder in de collectivistische stroming, wordt het woord gebruikt om individuen te definiëren als een fractie van de sociale orde; waarbij elk onderdeel zonder problemen vervangbaar of vervangbaar kan zijn. Maar als hij het over individualisme heeft, is hij volledig in tegenspraak met dit filosofische voorschrift en toont hij het belang en de waarde van elke man, zijn fundamentele en individuele prioriteiten en behoeften.