Intentionaliteit is een filosofische uitdrukking die zich bezighoudt met de kenmerken van de feiten, in relatie tot de geest, waarvoor het verwijst naar of gericht is op een object. Intentionaliteit is verbonden met denken of bewustzijn. Dankzij intentionaliteit heeft een individu het vermogen om de werkelijkheid die hem omringt en die er van nature naar toe neigt te identificeren, en tegelijkertijd naar het zelf, niet alleen als een object maar als een subject van het feit.
Franz Brentano was de filosoof die het concept van intentionaliteit voor het eerst introduceerde. Hij voerde aan dat mentale toestanden de enige waren die opzettelijk waren en daarom daarmee gemarkeerd. Dit betekent dat als een persoon een overtuiging heeft, die overtuiging ergens over gaat, als hij een ambitie heeft, het over iets gaat en zo gebeurt het ook met andere mentale toestanden.
Sommige hedendaagse filosofen bevestigden echter dat Brentano het bij het verkeerde eind had in zijn theorie, aangezien er enkele mentale toestanden waren, zoals de perceptie van pijn, die niets te maken hebben met iets, dat wil zeggen dat ze niet lijken op andere standaard mentale toestanden. De pijn kan zich in een bepaald gebied bevinden, bijvoorbeeld in een tand, een teen, in het hoofd, etc., die pijn geeft geen oriëntatie en veel minder is ergens op gericht.
Het tegenovergestelde gebeurt, wanneer de persoon ijs wil eten, in dit geval heeft het verlangen een doel, dat wil zeggen een richting en in dit geval is het ijs.
Al het bovenstaande laat zien dat pijn geen opzettelijke gemoedstoestand vertegenwoordigt, maar verlangens wel.