In ecosystemen kan interactie ontstaan tussen elementen van dezelfde soort, door hetzelfde dieet te behouden of dezelfde omgeving te delen, dit type interactie wordt intraspecifiek genoemd. Hoewel de relatie tussen twee verschillende soorten voorkomt, wordt het interspecifiek genoemd en is het degene die ontstaat tussen planten en insecten.
Intraspecifieke interacties (elementen van dezelfde soort) kunnen tijdelijk of onbepaald zijn, dit soort interactie kan gunstig zijn, als er tussen de betrokken organismen een samenwerking is gericht op het verkrijgen van voedsel en de verdediging van de soort tegen omgevingsgevaren (koude, hitte, roofdieren, onder anderen).
Interspecifieke interacties (elementen van verschillende soorten) zijn belangrijk omdat ze de structurering van het systeem bevorderen.
Evenzo zijn er andere soorten interacties binnen het ecosysteem, waarvan sommige zijn:
Neutralisme: het is degene die ontstaat tussen twee soorten, het wordt gekenmerkt doordat geen van de twee partijen profiteert of wordt geschaad.
Mutualisme: door deze interactie kunnen individuen van verschillende soorten profiteren en hun biologische capaciteiten verbeteren.
Symbiose: het is degene die ontstaat tussen twee of meer soorten, op een verplichte manier en waar iedereen baat bij heeft bij hun vitale ontwikkeling. De organismen die betrokken zijn bij symbiose worden symbionten genoemd.
Facilitering: is er een waarbij ten minste een van de soorten wordt begunstigd.
Predatie: het is er een waarbij de ene soort vangt en zich voedt met een andere. Een individu kan een roofdier zijn van verschillende soorten en ten prooi vallen aan anderen. Dit soort interactie tussen roofdieren en het ecosysteem is belangrijk, omdat roofdieren het ecosysteem beschermen tegen een onbalans door het aantal onderwerpen van een soort onder controle te houden. De adelaar voedt zich bijvoorbeeld met muizen en deze op zijn beurt met sommige planten.Als dit roofdier zou uitsterven, zou de populatie knaagdieren niet kunnen worden verminderd en dit zou de plantenpopulatie verminderen.
Parasitisme: bij dit soort interactie heeft de ene soort de voorkeur en de andere niet; meestal is de parasiet kleiner dan de gastheer. Het is een proces dat wordt gekenmerkt door het feit dat de ene soort zijn overlevingscapaciteit vergroot door andere soorten te gebruiken om in zijn behoeften te voorzien.