De naam komt van het Latijnse iuris prudentĭ , wat "kennis van de wet" betekent. Het is de wetenschappen of de juridische doctrine die elk land bestuurt en die door het Hooggerechtshof wordt gebruikt bij de interpretatie en toepassing van de wet. Daarin wordt het constante en uniforme criterium voor de toepassing van de wet tot wettelijke norm verheven, door de hiaten erin te interpreteren of te vervangen, op basis van de praktijken van dezelfde of vergelijkbare gevallen. Met andere woorden, jurisprudentie is de wetenschap van wetten, hun interpretatie in geval van twijfel en hun toepassing.
Sommige takken van jurisprudentie omvatten natuurrecht, normatieve jurisprudentie en analytische jurisprudentie. De eerste is een school van rechtsfilosofie die gelooft dat er bepaalde aangeboren wetten zijn die alle menselijke samenlevingen gemeen hebben, of ze nu in juridische zaken worden tentoongesteld of niet. Normatieve jurisprudentie houdt verband met het doel van rechtsstelsels en welk soort wetten is geschikt; en analyse is de studie van het recht in neutrale termen, op een onpartijdige manier, in tegenstelling tot het natuurrecht, dat rechtssystemen en wetten evalueert binnen het kader van de theorie van het natuurrecht.
In sommige landen wordt jurisprudentie op verschillende manieren bekeken en aangepakt; in Italië wordt het in algemene zin aangeduid als rechtswetenschap, de rechtenfaculteiten worden facoltà de Giurisprudenza genoemd. In Spanje wordt het beschouwd als een constant en uniform criterium voor de toepassing van de regels door een rechtbank.