De Lex Curiata van Imperium is de wet die de magistraten van het oude Rome alle macht gaf die ze hadden over de Romeinse samenleving. Het waren dezelfde regels die hen aan de macht hielden en die de hiërarchische structuur bepaalden van waaruit nieuwe magistraten, consuls, praetors en de koning zelf werden gekozen. Het imperium, zo werd de macht uitgeoefend door de magistraten en de majors (consuls en praetors) rechtstreeks genoemd, werd net na hun benoeming verworven. Er waren twee soorten Imperium, voorheen gevestigd in de Lex Curiata.
De Lex Curiata van Imperium werd gecreëerd in de Curiata Comicios, een samenkomst die werd gecreëerd door de eerste dertig gecreëerde curiae, waaruit de patriciërs zouden voortkomen, maar sommige historici verschillen van deze versie, omdat ze beweren dat het Imperium in feite alleen was een bekrachtiging van macht en niet een macht als zodanig.
De eerste was het Imperium Domi, dat werd uitgeoefend in de stad Rome. Naast het handhaven van de orde en het dwingen van de Romeinen om de wetten te volgen, controleerde het ook elke vorm van relatie of transactie tussen bezoekers uit andere steden of regio's met de inwoners van Rome.
Het tweede imperium was het leger en werd uitgeoefend door de bevelhebbers toen het Romeinse leger ten oorlog trok. De Lex Curiata van Imperium stond een voorlopig Imperium toe aan al die leiders van de militaire legers van Rome. De magistraten gaven hem deze bevoegdheid zodat ze in de strijd de beslissingen konden nemen die ze relevant achtten om de levens van de strijders te beschermen of acties konden uitvoeren die niet binnen de geplande lijnen lagen.