Ludopatia, is afkomstig van het Latijnse ludus wat "ik speel" of "speel" betekent en het Griekse woord eend dat genegenheid, ziekte of hartstocht betekent. Het wordt gepresenteerd als een onbedwingbare drang om te spelen, ongeacht de gevolgen ervan en de wens om te stoppen. Het wordt beschouwd als een stoornis in de impulsbeheersing en daarom beschouwt de American Psychological Association het niet als een verslaving.
Gezien de pathologische connotatie van de term, kan het in de klinische praktijk worden geïnterpreteerd als gokverslaving en is het consistent met de stelling van "Pathologische verslaving aan elektronische spellen of kansspelen".
Pathologisch gokken werd officieel genoemd als 6e klas B door het American College of Mental Health in 1980 toen de American Psychiatric Society (APA) het voor het eerst als een aandoening opnam in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, in zijn derde editie (DSM-III).
Het dwangmatige gokgedrag of het pathologische onaangepaste gokgedrag manifesteert zich speels, aanhoudend en terugkerend, wat de continuïteit verstoort van de persoonlijke, familiale of professionele persoon die lijdt zonder een manische episode. Aan de andere kant codificeert de WHO International Classification of Diseases (ICD-10) pathologisch gokken in de categorie van gewoonte- en impulsstoornissen, samen met kleptomanie, pyromanie en trichotillomanie.
Het pathologische gokken wordt gediagnosticeerd aan de hand van verschillende symptomen, zoals veelvuldige gedachten over het spel, prikkelbaarheid bij het stoppen of verminderen en het gebruik van het spel als een ontsnappingsmechanisme.