Zoals de echte Spaanse academie het beschrijft, wordt het woord vloek beschreven als een vervloeking die tegen iemand of iets is gericht, waarmee het zijn woede en afkeer daartegen uitdrukt en onthult, en ik zou willen dat er een of ander kwaad over zou komen. Dit woord is van Latijnse oorsprong en komt van het woord "maledictio"; met lexicale componenten zoals "male" wat slecht of slecht betekent, en "decire" wat zeggen betekent, plus het populaire achtervoegsel "cion" dat verwijst naar actie en effect. Het is een bewering die hardop wordt onthuld, met daarin een acuut verlangen dat de vervloekte het ergste overkomt.
Een vloek kan ook een straf of een kwaad zijn dat wordt voortgebracht door een bovennatuurlijke kracht of entiteit. En wanneer een persoon of individu dat woord uitroept, verwijst het ernaar dat hij boos is en ontkenning, gruwel, godslastering enz. Uitdrukt.
De vloek in de bijbelse sfeer is zeer controversieel en is nauw verwant aan het woord zegen. Bijbels Hebreeuws gebruikt drie verschillende manieren om te vloeken: 'ctláh', tirar en quil-lél en elk van hen vertoont verschillende sociale realiteiten en verschillende tinten denken. Volgens de bijbel komt een vloek nooit zonder oorzaak. In de religieuze wereld kan een vloek worden geïnterpreteerd als een spirituele last, een aanwezigheid of geest die een persoon achtervolgt en van de ene plaats naar de andere stalkt, een last of ergernis die ze meestal met zich meedragen, en al deze last heeft consequenties voor het zijn mens die het bezit, en degenen om hem heen, als destructieve en zeer negatieve effecten. Voor religieuze mensenEen vloek is de aanwezigheid van demonen die aan die persoon zijn toegewezen.