Metacognitie is een term die in de psychologie wordt gebruikt om te verwijzen naar het vermogen van mensen om hun leerproces zelf te reguleren. Door metacognitie kunnen mensen hun eigen fundamentele mentale toestanden die aan hun cognitie deelnemen, kennen en beheersen.
Deze aanleg, die zich op een hoger niveau dan het denken bevindt, onderscheidt zich door een hoog niveau van bewustzijn en vrijwillig meesterschap, omdat het het mogelijk maakt om andere, veel eenvoudigere cognitieve processen te beheren. De kennis over cognitie zelf, veronderstelt dat een persoon zich bewust kan zijn van de manier waarop hij zijn weg heeft uitgevoerd om te leren en te begrijpen waarom de gevolgen van een activiteit positief of negatief zijn geweest.
Het concept van metacognitie is relatief nieuw. Het kwam naar voren als resultaat van verschillende studies in de psychologie in de jaren 70; Gebaseerd op het onderzoek van John Flavell, die stelde dat metacognitie wordt gecreëerd in het individu, omdat hij een denkend levend wezen is en dat hij elke keer dat hij denkt fouten kan maken, daarom heeft hij een methode nodig waarmee hij deze kan beheersen fouten. Op dezelfde manier is metacognitie essentieel voor mensen, omdat het hen in staat stelt om op een beargumenteerde manier te plannen en beslissingen te nemen over onderwerpen die voor hen van belang zijn.
Er zijn verschillende metacognitieve modaliteiten die helpen bij het organiseren en plannen van denken en verschillende cognitieve processen, waaronder enkele:
Metageheugen: het gaat over de kennis van het eigen geheugen. Ken de vaardigheden op bepaalde gebieden en de geschiktheid van de persoon om eerdere kennis te associëren met nieuwe kennis.
Meta-aandacht: verwijst naar het reguleren van iemands aandacht. Het is het vermogen om de aandacht te vestigen, op het juiste moment dat dat nodig is, en de externe en interne factoren, die bekend zijn, die moeilijkheden zouden kunnen opleveren om de aandacht ergens op te houden.
Meta-compressie: het betekent het begrijpen van het vermogen dat iedereen heeft om te begrijpen. Er zijn gevallen waarin een onderwerp een tekst overdreven leest, hij veronderstelt dat hij perfect begreep wat de tekst betekende; Als je hem echter een vraag stelt over de inhoud, zal hij beseffen dat hij het schrift in al zijn nuances niet begreep.