Momentum of hoeveelheid beweging, is een term die is afgeleid van het Latijn en vertaald in het Spaans betekent "beweging". Het is een woord dat in de natuurkunde wordt gebruikt om het product tussen de massa van een lichaam en de snelheid te definiëren. Momentum is gekoppeld aan de hoeveelheid massa die een object bevat en de snelheid waarmee het beweegt.
Aangezien beweging overdraagbaar is, kan dan worden gezegd dat een persoon beweging of momentum op een object kan overbrengen.
Dit woord werd gebruikt door de natuurkundige Isaac Newton om te verwijzen naar een lichaam in beweging. Newton gebruikte Latijn omdat in de oudheid lessen in die taal werden gegeven in alle landen van Europa.
Newton wilde begrijpen hoe lichamen inertie overwinnen om momentum te bereiken. Dit is de reden waarom het de drie bewegingswetten creëert: de eerste wet stelt dat een object in beweging met een constante snelheid op hetzelfde pad blijft, tenzij een externe kracht tussenbeide komt.
Deze wet weerspiegelt het traagheidsprincipe voorgesteld door Galileo Galilei: "een bewegend object zal dezelfde richting volgen met een constante snelheid, tenzij het wordt onderbroken". Dit betekent dan dat een lichaam, of het nu in beweging is of in rust, een constant patroon zal volgen en elke verandering in zijn snelheid ondersteunt, totdat er enige energie verschijnt die tussenbeide komt in de impuls van die verandering.
De tweede wet van Newton stelt dat de wijziging in beweging direct verband houdt met de dimensie van de externe kracht. In dit geval wordt een direct verband aangetoond tussen lichamen en elementen waaruit het universum bestaat, aspecten die van groot belang zijn omdat ze het momentum beïnvloeden.
Ten slotte stelt de derde wet van Newton dat er voor elke actie een gelijke en tegengestelde reactie is. In deze wet laat Newton zien dat acties en reacties inherent zijn en dat lichamen zoveel weerstand hebben als nodig is om de impuls die ze ontvangen te overwinnen.
Momenteel staat de term momentum bekend als beweging of lineair momentum, waarvan de fysieke uitdrukking wordt gesymboliseerd door een p en de formule is: p = m * v.
Waar:
m = massa.
v = snelheid.